Besmettelijke ziektes

Uit Heusden worden 95 gevallen van tyfus gemeld. Men denkt dat de oorzaak te wijten is aan het grote aantal ingekwartierde militairen met ongeveer 100 paarden. De mest van deze dieren wordt op een ondoelmatige en slordige wijze verzameld, waardoor de straten ernstig vervuild raken. De gezondsheidscie. verzoekt daarom om de Pontonafdeling, daar zijn de paarden van, te verplaatsen. Dit verzoek wordt echter niet gehonoreerd. Na onderzoek van gezondsheidscie. blijkt dat een arts een aantal ziektegevallen heeft verzwegen. De cie. constateert dat deze gevallen voorkomen bij een kruidenier, wat de mogelijkheid van verdere besmetting danig heeft vergroot. Ook de buurman, een melkverkoper, is besmet geraakt en aan de ziekte overleden en hij zal klanten besmet hebben. De arts is uiteindelijk gerechtelijk vervolgd en veroordeeld tot een geldboete van fl. 100,-, subsidiair 6 weken hechtenis. De cie. voert veelvuldig overleg met de Inspectie van de volksgezondheid en het gemeentebestuur. Met strooi- en aanplakbiljetten worden de bewoners gewaarschuwd. De gemeente heeft, op advies van de Inspectie der Volksgezondheid, ervoor gezorgd dat er uitsluitend gepasteuriseerde melk in consumptie wordt gebracht.

Er wordt daarom ontheffing verleend voor de melkrantsoenering, De verstrekking is gestart op 23 okt. 1918 en duurt tot 22 maart 1919. Een verpleegster van het bureau Ziekenverpleging voor Arnhem en omstreken heeft zich enige tijd met de wijkverpleging belast.

Spaanse griep

De Spaanse griep verspreidt zich zo snel, en komt zo veel voor, dat de Gezondheidscie. het niet doeltreffend vindt nog bijzondere maatregelen te treffen.

Het aantal sterfgevallen door de griep is moeilijk vast te stellen. Aan de hand van de sterftetabellen valt het wel op dat er in Drunen 25,5 sterfgevallen zijn per 1.000 inwoners tegen anders gemiddeld per jaar 20,5, zo ook in Hedikhuizen 19 (16), Herpt 17 (10,3), Heusden 30,7 (20,6), Nieuwkuijk 22,8 (21), Oudheusden 24,1 (18,2) en in Vlijmen 24 sterfgevallen (19,4). Wisselend per plaats zijn er waarschijnlijk zo’n 5 tot 10 meer doden dan gebruikelijk.

In de dagbladen wordt regelmatig over de genoemde ziektes melding gemaakt:

Te Heusden wordt eind juli de Spaanse griep geconstateerd onder de militairen. Daarom moet elke troepenverplaatsing hier achterwege blijven. De Buitensocieteit wordt als hospitaal ingericht, waar al een 19-tal patiënten zijn opgenomen, gelukkig allen in een lichte graad. De Spaanse griep onder de militairen neemt gestaag toe. De MULO school wordt als ziekenzaal ingericht en het aantal zieken loopt op tot 70. Bij iedereen is de ziekte ernstig. Uit de burgerij zijn nog geen gevallen gemeld.

Ook het zogenaamde Patronaatsgebouw in de Putterstraat wordt in gebruik genomen als ziekenzaal, het totaal is tot 120 zieken gestegen. Bij niemand heeft de ziekte een ernstig karakter. Een teruggekeerde patiënt, die 4 dagen op de ziekenzaal heeft gelegen, vertelt dat de ziekte begint met koorts die tot 40 graden oploopt en met pijn in de keel en moeheid in de benen. Na 4 dagen is hij echter weer hersteld.

De Spaanse griep onder de militairen neemt af, maar treft nu de burgerij. Op de drukkerij en binderij van Veerman zijn op een bepaald moment 14 zieken, gelukkig geen ernstige gevallen.

In Herpt worden begin augustus, op een dag, 5 van de ingekwartierde militairen die aan de griep lijden, naar het hospitaal vervoerd. Medio augustus wordt het Patronaatsgebouw, door de vermindering van het aantal zieken, weer als ziekenzaal ontruimd.

Tyfus

De tyfusziekte in Heusden neemt in oktober nog steeds toe. Gelukkig heeft de ziekte een goedaardig karakter. Een geval van Roodvonk is er helaas met een dodelijke afloop.

In november worden er geen nieuwe tyfusgevallen meer gemeld. De ziekenbarak is overvol, en het Diaconessenhuis en het St Antoniusgesticht hebben geen enkele plaats meer beschikbaar. Het RK Patronaatsgebouw wordt voor verpleging in gebruik genomen. Er is een slachtoffer gevallen, de heer Smits, die een vrouw en 7 jonge kinderen achterlaat. Er zijn niet veel ernstige gevallen. Alles wordt gedaan om de ziekte onder controle te krijgen.

De laatste dagen zijn er geen nieuwe gevallen van tyfus meer gemeld. Er zijn wel twee sterfgevallen. Met kracht wordt de ziekte bestreden en een desinfecteerinrichting van het militaire Rode Kruis doet goede diensten. Uit voorzorg worden alle scholen gesloten.

Eind oktober heeft zich in de laatste 8 dagen slechts een enkel geval van tyfus voorgedaan. Het merendeel van de patiënten gaat langzaam vooruit.

Half november breidt de tyfus te Heusden zich niet verder uit en de patiënten gaan allen vooruit en enkele zieken zijn uit de ziekenhuizen ontslagen. De scholen zijn weer begonnen.

Klaas van Andel uit Heusden, sergeant aspirant officier, komt voor enkele weken met verlof naar huis en voelt zich bij aankomst niet lekker. Hij is besmet met tyfus en na een langdurige ziekte is hij op 11 november overleden.

Met de sterfte is het schrikbarend. Half november staan in Elshout 4 en in Drunen 14 lijken boven aarde,

De commissaris van de Koningin bezoekt op 12 augustus 1919 de gemeente Oudheusden en schrijft: “Ik begon met de burgemeester (van Liempt) mijn ongenoegen te betuigen over de ergerlijk nonchalante manier, waarop door hem de gemeente-administratie werd gevoerd: de begroting voor 1919 was juist op het Gouvernement ontvangen, dat hij twee maanden ziek had gelegen aan Spaanse griep, was geen verontschuldiging om zijn begroting haast een jaar te laat in te zenden.”

Bert Meijs

bmeijs@planet.nl