Door Jules Faber

Als bedrijfsleider heb ik door de jaren heen toch wel een aantal bijzondere dingen meegemaakt. Zo heb ik eens aan een van de werknemers gevraagd of hij geloofde in 'leven na de dood'. "Ja, zeker", zei de werknemer. "Oké’, dat is dan in orde", antwoordde ik. Met een vragende blik zei de werknemer: "Hoe bedoel je?" Ik zei: "Nou toen je gisteren op de begrafenis van je oma was, is ze hier op kantoor geweest. ‘Ze had de sleutels van haar oude autootje op het contact laten zitten en kon er niet meer in. Ze dacht dat jij haar eventueel kon helpen."

Toen was het stil aan de overkant, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik heb natuurlijk wel een vrije dag ingehouden.

Of die keer dat er een werknemer bij mij op kantoor binnen stapte en een officiële klacht wilde indienen over zijn leidinggevende. Zijn leidinggevende had hem in zijn beoordeling omschreven als 'besluiteloos’. Dat vond hij volkomen onterecht en pertinent niet waar. Hij herkende zich daar volstrekt niet in.

De vraag van hem was of dat ik hem mee wilde helpen om een 'Oneens-procedure' in gang te zetten. Ik keek naar de beoordelingsbrief en zag dat deze al bijna een half jaar oud was. Ik vroeg dus aan hem waarom hij zo lang gewacht heeft om naar mij te komen om de 'Oneens-procedure' in gang te zetten.

Het duurde lang voordat hij reageerde. Maar uiteindelijk zei hij: "Tja, ik kon maar niet beslissen of ik dit nu wel of niet zou doen."

Het was niet de eerste keer dat hij kwam klagen. De vorige keer was dat omdat ze aan hem kwamen vragen om een financiële bijdrage voor cadeaus, die bestemd waren voor de verjaardagen van de andere collega’s. De laatste keer was dat voor de nieuwe vrouwelijke collega van het bedrijfskantoor, die pas over 14 dagen begint. "Toch willen ze haar nu al een cadeau geven, omdat ze morgen gaat trouwen", mopperde hij. Hij vond het allemaal veel te ver gaan en is vanaf die dag uit de personeelscadeaupot gestapt. Vandaar dat hij nu zelf ook geen cadeau meer voor zijn verjaardag krijgt. "Maar"’, zei hij. "Daar zit ik niet op te wachten."