Binnen de bocht, waar de Wolfshoek overgaat in de Heusdenseweg staat een in 1912 gebouwde monumentale woning. In 1845 vestigde Antonie Rombouts zich hier, nadat hij het eigendom van de toenmalige woning en schuur en de nabijgelegen korenmolen De Vooruitgang van Drunens molenaar Jan Manders had overgenomen. Sindsdien is dit het stamhuis van de molenaarsfamilie Rombouts. De aanbouw aan de zuidzijde van de woning werd in 1949 gebouwd op een plaats waar voorheen een aan de woning aangebouwde schuur stond. Deze schuur werd door een Canadese tank in het begin van 1945 zwaar beschadigd. De tank kwam van Heusden en na de bocht kon de bestuurder zijn stuur niet meer recht krijgen en reed toen de schuur binnen. Aan de noordzijde twee taxusbomen of ‘draaibossen’, die al op een ansichtkaart uit 1916 worden afgebeeld.
De eenlaagse hoofdwoning heeft een geknikt dakvlak, ook wel Franse kap of mansardedak genoemd. De nok van het dak ligt loodrecht op het hart van de straat cq. Wolfshoek. Het dak is gedekt met blauwgesmoorde kruispannen. De schuine randen van het pannendak hebben houten boeidelen, ook windveren genaamd. Op de top van de boeidelen staat een houten makelaar. De symmetrische voorgevel is gemetseld met een boerengrauw baksteen in kruisverband en afgewerkt met een knipvoeg.
Vooraanzicht van de monumentale woning. Links ervan de aanbouw uit 1949. Aan de rechterzijde zijn de dakkapel en de draaibossen goed zichtbaar. (Foto: Toon Groot)
Op de begane grond zijn vier en op de verdieping twee vensters, allen met T-ramen. Alle vensters hebben een bovenlicht met glas-in-lood panelen in hetzelfde patroon. Boven de vensters bevinden zich één steens hoge en getoogde rollagen. In de boogvelden tussen de vensters en de rollagen bevinden zich boogvullingen van gekleurde baksteen, in mozaïek geplaatst. Alle vensters hebben hardstenen onderdorpels.
De 60 cm hoge en 5 cm dikke plint is met hardgrauw stenen gemetseld. De plint heeft aan de bovenzijde een 10 cm hoge, afgeschuinde lichtbruin geglazuurd keramiek plintsteen. De voordeur is een paneeldeur en geplaatst in een 60 cm diepe nis. De deur heeft een dubbel smeedijzeren rooster. De nis heeft aan de bovenzijde een afwerking gelijk aan de vensters. De stoep is uit hardsteen. De zijgevels hebben onder de bakgoot een zes steenlagen hoge fries in de vorm van een rechte of platte muizentand. Aan de noordzijde is een dakkapel geplaatst, die zich deels in de gevel bevindt en door de goot gaat.
Bart Beaard