Op 8 juni 1945 richt mr. Th. van de Heijden, burgemeester van Drunen, een schrijven aan het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis te ’s-Gravenhage met het onderwerp ‘Graven geallieerde en Duitsche militairen’. Hierin staat alle informatie over de aanwezige veldgraven en, voor zover bekend, de namen van de begraven militairen. In de brief staat de volgende alinea: ' Op 6 januari 1945 is op de R.K. begraafplaats te Elshout een geallieerde piloot begraven. Deze begrafenis geschiedde door een Poolsche aalmoezenier. Niettegenstaande ingestelde pogingen zijn geen nadere gegevens omtrent deze persoon ontvangen.‘ Later blijkt dat het om de Canadese piloot Robert Henry Jones gaat.
De crash
Elshouts oorlogshistoricus Pouwel Pouwels (1932-2015) schreef in hoofdstuk 30 van zijn boek ‘Vliegtuigcrashes 1940-1945’: ’8 Hawker Typhoons 1B PD-471 van het 197ste Squadron en 8 Typhoons van het 257ste Squadron, beide van de 148e Wing, stijgen op 31 december 1944 om vijf voor half vier op van het vliegveld Deurne bij Antwerpen om nog voor het invallen van de duisternis met bommen en boordwapens in Aalburg troepenconcentraties en huizen, waarin zich Duitsers hebben verschanst, te bestoken. Bij de vliegers van het 197ste bevindt zich de uit de Calgary-Canada afkomstige Flying Officer Robert Henry Jones, voor zijn vrienden Bob.’ Om 15.55 uur wordt het door Jones gevlogen vliegtuig door het Duitse FLAK-afweergeschut geraakt en neergeschoten. Nadat hij de R/T-zender had opgeroepen dat hij door luchtafweergeschut was geraakt, zag men Jones de cockpitkap overboord gooien, maar toen maakte het vliegtuig een neusje en dook brandend in de grond op een weiland oostelijk van Heusden. Achteraf is gebleken dat een buurtbewoner van de plaats van de crash het lichaam uit het vliegtuig gehaald heeft. Door geallieerde Canadezen is het in een vrachtwagen meegenomen naar Elshout en een Poolse aalmoezenier heeft de begrafenis op het kerkhof geregeld.
Pilot Officer Robert Henry Jones, †31 december 1944. (Foto: Collectie Pouwel Pouwels)
Vermist
Per telegram wordt door het RCAF-Overseas Headquarter aan het Canadese Ministerie van Luchtmacht gemeld dat de piloot gesneuveld is en vermist wordt. Dit bericht wordt ook gemeld aan Albert en Emily Jones, de ouders van de piloot. Dan volgen er jaren van verwarring over de uiteindelijke plaats van zijn graf. Op 20 augustus 1949 gaat Leslie Rosling, een neef van Jones, op zoek naar het graf en de verwachting is dat hij begraven is op de begraafplaats in Vlijmen. Op deze begraafplaats vindt hij wel drie noodgraven van Britse militairen, maar niet het graf van Jones. Dan heeft hij een gesprek met Vlijmens burgemeester J. van Hout en die geeft hem de naam van iemand die mogelijk meer informatie heeft: A.F. de Gouw, Langstraat 132 te Nieuwkuijk. Dan blijkt dat De Gouw over hetzelfde onderwerp contacten heeft met het RCAF-Missing Research and Enquiry Service. Hij vertelde dat Jones na de crash naar de begraafplaats in Elshout is gebracht. Daar is dan al enkele malen gezocht, maar er is niets opgegraven. Ook heeft hij verteld dat het vliegtuig snel na de crash geborgen is.
Gevonden
Jones sr. krijgt een op 3 januari 1951 gedateerd schrijven van W.T. Gunn, Casualty Officer van het RCAF, met de volgende inhoud: 'Er is nu een rapport ontvangen van onze Missing Research and Enquiry Service met betrekking tot de rustplaats van uw zoon, F/O Robert Henry Jones. In het rapport staat dat Missing Research naar de begraafplaats in Vlijmen is geweest, maar geen graf voor uw zoon heeft kunnen vinden. Er werd een uitgebreide zoektocht uitgevoerd in het gebied en alle begraafplaatsen werden onderzocht, maar het mocht niet baten. Ook het open landschap werd doorzocht en uiteindelijk werd een buurtbewoner gevonden die wist van een Brits vliegtuig met één inzittende dat op 31 december 1944 was neergestort. Hij verklaarde dat de crash had plaatsgevonden in de buurt van Elshout en dat de inzittende van het vliegtuig was begraven op de begraafplaats in die plaats. Deze begraafplaats was al eerder bezocht, maar een recent bezoek bracht een tot dan toe onvindbaar graf aan het licht. Het graf was niet gemarkeerd, maar bij de opgraving werd het stoffelijk overschot geïdentificeerd als van uw zoon. Het spijt me werkelijk dat er zoveel tijd is verstreken voordat het mogelijk was om deze definitieve informatie aan u over te brengen.' De heer W.R. Gunn hoopte dat Jones sr. zou begrijpen dat 'in tijden van oorlog en chaotische omstandigheden rapporten onjuist worden' en dat de heer Jones troost zou vinden nu hij wist waar zijn zoon begraven lag.
Opgraving
Hoewel de exacte locatie van de plaats van de crash nooit is vastgesteld wist A.F. de Gouw te vertellen dat een buurtbewoner zich tot zijn middel naar het vliegtuig had gewaad, het lichaam vond en overhandigd had aan geallieerde troepen. Naar alle waarschijnlijkheid Canadese soldaten, die met een vrachtwagen op een nabijgelegen weg stonden te wachten. Intensief onderzoek in 1948 en opnieuw in 1950 wees uit dat Jones inderdaad begraven lag op de begraafplaats te Elshout. Opmerkelijk is wel dat in notulen van gemeente Drunen en Parochie Elshout het graf vermeld staat als: ‘een onbekende geallieerde militair – unknown soldier’. De opgraving van een eerder over het hoofd gezien ongemarkeerd graf op de begraafplaats onthulde dat het lichaam in een parachute was gewikkeld en gekleed was in kaki gevechtskleding met een pilotenbrevet en F/O-vlecht, dikke onderbroek, een dikke witte trui en koningsblauwe trui en Oxford-ontsnappingsvlieglaarzen, plus een mae-west (geallieerde soldaten noemden het reddingvest de 'Mea-West' vanwege de gelijkenis met de mollige figuur van de filmster) en stukken van een SIDCOT-vliegpak. Ook werd een houten kruis gevonden met het opschrift 'Unknown British Soldier Pilot RAF, Fallen January 6, 1945'. Hoewel er geen identiteitsplaatjes van Jones werden gevonden en de datum onnauwkeurig was, gaven kruisverwijzingen met andere gegevens aan dat er geen andere kandidaat was voor de stoffelijke resten en er werd geconcludeerd dat het graf dat van F/O Robert Henry Jones was.
De grafsteen op de begraafplaats in Elshout. (Foto: Toon Groot)
Door de familie is toen omwille van grafrust besloten dat hij op de begraafplaats in Elshout begraven bleef en niet werd overgebracht naar het Bergen op Zoom Canadian Military Cemetery. Er is toen een gebruikelijke Canadese grafsteen geplaatst, gemaakt van witte Portland natuursteen, met het opschrift:
FLYING OFFICER, R.H. JONES, PILOT, ROYAL CANADIAN AIR FORCE, 31st DECEMBER 1944, AGE 22.
FATHER, IN THY GRACIOUS KEEPING, LEAVE WE NOW, THY SERVANT SLEEPING
Oftewel: Vader, in uw genadigde bewaring laten wij nu uw dienaar slapen.
Bart Beaard