Henk Poelakker, woonachtig in Heusden, vond na het overlijden van zijn vader (1920-2011) kopieën van processen-verbaal uit lang vervlogen tijden toen ‘Vader Bromsnor’ werkzaam was bij de Rijkspolitie. Die vondst werd een inspiratiebron om verhalen te schrijven.

Seksuele spelletjes

Bromsnor hoort allerlei geruchten over een 14-jarig meisje waarover de Officier Jeugdzaken wordt ingeschakeld. Het meisje zou onder jongens de bijnaam Vieze Lieze hebben. Ze zou 'in' zijn voor diverse seksuele spelletjes en bereid zijn uit de kleren te gaan. Bromsnor komt al snel tot de ontdekking dat het meisje bij haar opa en oma woont. Haar ouders zijn uit de ouderlijke macht ontheven. Eerst maar eens een gesprek met de school van het kind.

1962

Het hoofd der school van de ULO vertelt dat hij het meisje van school verwijderd heeft vanwege geruchten over onzedelijk gedrag buiten schoolverband. Ze is blijven zitten, is erg leugenachtig en zou over voorbehoedsmiddelen beschikken. “Haar ‘vriendin’ Koosje vertelde mij dit alles waarna ik haar geschorst heb. Ook heb ik contact opgenomen met haar opa en oma die alles roddels noemen.”

We speelden verstoppertje

Vervolgens blijkt het niet moeilijk om jongens te vinden die wel eens met het meisje uit zijn geweest. Met meerdere heeft Bromsnor een gesprek. Bij de jongens staat ze bekend als Vieze Lieze, een meisje met wie je ‘iets uit kunt halen’. Haar borsten en geslachtsdeel mogen de jongens bevoelen. Wie haar gebruiken wil moet een condoom gebruiken. Lieze noemt dit een kapotje. Benno (16 jaar) verklaart: “Ik ben met haar in het bos geweest en mocht alles van haar zien. Zij pakte mijn geslachtsdeel. De volgende keer misschien gemeenschap maar zo ver is het niet gekomen. Het is bij die ene keer gebleven.”

Frans (15 jaar): “Ik ben verschillende keren met Lieze in huizen geweest die in aanbouw waren. Daar waren ook andere jongens en we speelden verstoppertje. Samen vrijen was heel gewoon. Uit de gein zei ik een keer dat ik een kapotje bij me had. Laat eens zien dan, want alleen dan mag je komen.”

Engelbert (16 jaar): “Ik ben vier keer met haar op stap geweest. Vrijen en voelen. Toen ik ontdekte dat ze tegelijkertijd ook met andere jongens uit ging, ben ik met haar gestopt.”

Bromsnor heeft met nog meer jongens gepraat en hun verhalen verschillen niet veel. Spreken de jongens de waarheid of willen ze stoer overkomen? Bromsnor heeft twijfels.

Kinderbescherming

Bromsnor: “Na overleg met de Officier heb ik contact opgenomen met de grootouders. Zij geloven Lieze die alles ontkent en zijn ervan overtuigd dat de jongens liegen. Roddelpraatjes veldwachter, meer zijn het niet.”

Lieze wordt door opa en oma op een voetstuk geplaatst en zij beseft dat ze hard kan vallen als ze de waarheid spreekt. Bromsnor dringt erop aan dat de Raad van Kinderbescherming wordt ingeschakeld om te voorkomen dat het meisje verder afglijdt. Dwingende gesprekken zullen nodig zijn want de grootouders zullen op vrijwillige basis niet meewerken, zo is de verwachting van Bromsnor. Hij is begaan met het kind en blijft haar volgen.