Iedere keer stond de slager voor zijn etalage zijn messen te slijpen, wanneer ik met mijn brommer stond te wachten op zijn dochter Linda. Daar had ik al enige weken verkering mee. Ik liet mijn brommer lopen, zodat Linda kon horen dat ik er was. Al vrij snel kwam ze aan huppelen, in een mooi minirokje met een vlecht in haar haar, doorregen met een kleurrijk lint. Meteen wist ik weer waarom het, ondanks de boze blikken van haar vader, allemaal de moeite waard was. Goh, wat was ik verliefd op haar. Ze kuste mij deze keer op de wang en stapte achterop mijn brommer, om samen met mij naar de kermis te gaan.

In die tijd was de kermis nog echt volksvermaak. De kop van jut, het spookhuis, ballen gooien, de schiettent, de zweefmolen en niet te vergeten de rupsbaan.

Die vanuit Amerika Europa veroverde, omdat het toen de snelst draaiende attractie was. Het was ook de rupsbaan waar vaak de eerste kus werd gedeeld, door dat leuke meisje of jongen waar je al zo lang een oogje op had. Je deed dan ook je uiterste best om het 'kwastje', dat rakelings over je hoofd scheerde te pakken, om een tweede kus te kunnen afdwingen. Ach, wie heeft er niet in de rupsbaan gezeten.

Bij het oplopen van de kermis liep je meteen tegen de tent van de waarzegster, met fluwelen gordijnen. Daar wilde ik graag met Linda naar binnen.

Maar Linda dacht daar anders over. Als dochter van de slager had ze toch een iets andere opvoeding gehad dan ik. Want voor de slager stond zijn toekomst al vast; slachten wat er binnenkomt. Daar had hij geen waarzegster voor nodig. Dat had Linda ook een beetje meegekregen.

Toen even later in de rupsbaan de overkapping dicht ging, wende Linda haar hoofd af. Maar op die leeftijd spelen je emoties vaak de baas over je lichaam en geest. Ik uitte mij toen nogal lomp, dat had ik dus niet moeten doen. Maar ik mocht haar nog wel met de brommer naar huis brengen. Linda liet duidelijk merken dat onze verkering over was, want ze hield zich niet vast aan mij, maar aan het bagagerekje achterop de brommer.

Nu begreep ik ook waarom haar vader lachte, toen ik Linda op kwam halen. Ik zette haar voor de slagerij af, die inmiddels al gesloten was en reed vol gas de straat uit.

Jules Faber