Henk Poelakker, woonachtig in Heusden, vond na het overlijden van zijn vader (1920-2011) kopieën van processen-verbaal uit lang vervlogen tijden toen ‘Vader Bromsnor’ werkzaam was bij de Rijkspolitie. Die vondst werd een inspiratiebron om verhalen te schrijven.

Onhandelbaar

1960. De moeder van Klaas kan haar zoon niet meer de baas en wil maar één ding: de jongen moet het huis uit, liefst ver weg naar pleegouders, een gastgezin of zelfs een opvangtehuis voor ‘stoute kinderen’. Maar zo gemakkelijk is dat niet. Van de politie wordt een advies verwacht. De hoofdmeester zegt dat Klaas onhandelbaar, uitdagend, agressief en brutaal is. In de klas heeft hij een negatieve invloed op de andere kinderen vooral omdat hij snel met zijn mond én vuisten klaar staat. “Ik ben hem liever kwijt dan rijk en denk dat hij slecht van inborst is.” Die laatste opmerking snijdt door de ziel van de veldwachter.

Weduwe

Bij de politie is inmiddels een waslijst aan klachten binnen gekomen over het jochie: ruiten ingooien, vuurtje stoken, metselwerk op de bouw vernielen, kruimeldiefstallen. Klaas is een durfal en heeft een slechte naam opgebouwd. Als er ergens gedoe is, blijkt dat hij er negen van de tien keer bij is. Of hij ook daadwerkelijk de dader is, wordt niet meer uitgezocht. Klaas was erbij….dus zal hij het wel gedaan hebben. Zijn moeder is weduwe sinds het vierde levensjaar van Klaas. Moeder is zelf opgegroeid in een gezin zonder liefde. Om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen, heeft ze diverse werkhuizen. Gevolg: moeder is regelmatig niet thuis als Klaas uit school komt.

Nieuwe kansen

Bromsnor denkt niet dat het karakter van deze jongen het probleem is maar dat het gebrek aan duidelijke sturing en leiding de boosdoener is. Hij gunt Klaas nieuwe kansen want uit ervaring weet Bromsnor dat een uit-huis-plaatsing niet automatisch de oplossing is. Zijn advies is vrij algemeen: deze jongen heeft een strenge doch liefdevolle leider nodig. Een gezinsvoogd (wellicht iemand uit de eigen familie) die meerdere keren per week in het gezin is. Inschakelen maatschappelijk werk is een must, vooral voor moeder. Maar ook: stuur een deskundige naar de school zodat de leerkracht geholpen wordt om de vooringenomenheid om te buigen. Geloof in een nieuwe toekomst voor deze jongen. Of de hulp destijds op gang gekomen is??

Kinderbescherming

Het is 1963 en een rapporteur van de Kinderbescherming gaat samen met Bromsnor naar het huis van de 13-jarige Ria en dat op verzoek van de directrice van de Huishoudschool. Ria spijbelt, is avond aan avond tot middernacht op straat, is gek op jongens, steelt uit het huishoudpotje, is onhandelbaar, luistert naar niemand. De school heeft haar meerdere keren bestraft maar dat helpt niet en wil dat Ria van school wordt verwijderd. Bromsnor kent het gezin niet. Het blijkt om een gezin van acht kinderen te gaan waarbij de ouders beiden aangeven totaal geen vat meer te hebben op Ria. Het advies van Bromsnor plus de dame van de Kinderbescherming is een open deur: hier is nader onderzoek nodig maar bovenal dringend hulp vereist. Hoe het verder met Ria gaat, blijft onduidelijk. Het lijkt erop dat ook toen al hulp stroperig op gang komt.