Van de Olympische spelen herinner ik me vooral één ding: de totaal verregende openingsceremonie. Alle zangers, muzikanten, dansers en kunstenaars moesten in de stromende regen hun kunsten laten zien, weet je nog? De sporters hadden meer geluk: in de stralende zon haalden onze sporters twee keer zoveel medailles als je gemiddeld van een klein land mag verwachten. Gemiddeld haalt een land één medaille per miljoen inwoners, wij het dubbele. We zijn een sportland. De sport staat in de zon. De cultuur echter staat in de stromende regen.

Ik ben opgegroeid in een gezin met twee zussen, die topsport bedreven in het leren spelen van viool en cello. Ze moesten er hard voor werken, maar ze waren er goed in. Mijn moeder begeleidde hen op piano als ze een uitvoering hadden. Die hadden ze op muziekavonden van de Veldhovense muziekschool en later ook van de middelbare school. En ze speelden op concoursen, wonderlijke Olympische Spelen van de muziek, waarin spelers van verschillende instrumenten met elkaar vergeleken werden. Mijn zussen wonnen aanmoedigingsprijzen en andere prijzen, regionaal en landelijk. Ze speelden naast het schoolorkest in landelijke en euregionale jeugdorkesten. Al deze plekken waren kraamkamers van de musici van vandaag.

Hoe gaan de musici van morgen hun kans krijgen om zich te ontwikkelen? Mijn zussen vertelden me dat op dit moment drastische bezuinigingen worden doorgevoerd bij de jeugdorkesten en de concoursen. Dat betekent simpelweg het einde. En het zijn niet de eerste bezuinigingen. Halbe Zijstra voerde een bezuiniging van 200 miljoen door in het eerste PVV-kabinet Rutte I. Gevolg was dat bijna alle muziekscholen sloten, of zo duur werden dat ze onbereikbaar werden (ondanks paswijzers en wat al niet meer).

Waarom me dat zo aan het hart gaat? Precies daarom: sport vormt misschien de spieren van onze samenleving. Cultuur vormt het hart. We zoeken met z’n allen weer naar verbinding, en hoop. Verbinding en hoop begint juist wanneer je je kunt voorstellen hoe het leven ook zou kunnen zijn, als je kunt verbeelden hoe er door alles wat er in de wereld gebeurt en in ons leven toch een ander geluid, een ander vergezicht aan de horizon gloort. We hebben kunstenaars nodig die ons raken, laten lachen, stil laten staan, helpen verwonderen. We hebben musici nodig die ons troosten, plezier geven, vrolijk maken of ons juist even in ons gevoel raken. We hebben beeldhouwers en schilders nodig die ons verder leren kijken dan wat er is, die ons versteld doen staan en laten voelen wat vrijheid is.

Cultuur verbindt ons pas echt. Niet alleen als we winnen, óók als we verliezen. Ik ben bang dat we veel meer verliezen dan we denken in deze cultuurbezuinigingen, die veel verder gaan dan die in de sport. Het klinkt om de een of andere reden stoer om te bezuinigen op cultuur. Maar cultuur is de cholestolverlager die ervoor zorgt dat het bloed door de aders van onze gespannen samenleving blijft stromen. Want het gaat ook over de DJ’s van morgen, de muzikanten bij André Rieu, de uitvoerders van de populaire klassieke muziek op TikTok video’s, de dansers op de Olympische Spelen, de kunst die gemaakt wordt om rampen te gedenken of juist wordt gemaakt om een standbeeld van hoop te zijn.

Laat muzikaal talent niet stilvallen, heet de petitie die je hier online vindt. Tenslotte: als we de sporters willen inhuldigen, dan willen we dat toch ook met kunst en muziek doen? Van links, van rechts, van alle kanten: samen.

Gastcolumnist Otto Grevink is als dominee op verschillende wijzen betrokken bij protestantse kerken in de regio Hart van Brabant. Hij is pionier bij Zin op School in Waalwijk en dirigent van Koor en Combo Laudate Dominum. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.