Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden door de Nazi’s tussen de vijf en zes miljoen Joden vermoord. Van de 140.000 Joden die in 1940 in Nederland wonen, zullen er uiteindelijk ruim 100.000 de oorlog niet overleven. In de concentratiekampen werden zij vergast, doodgemarteld, verhongerd of op andere wijze om het leven gebracht. En uitgeputte gevangenen werden het slachtoffer van besmettelijke ziektes. Van de 25.000 ondergedoken Joden in ons land overleeft ongeveer tweederde de Holocaust. Ruim 8.000 van hen worden opgepakt, meestal na verraad. Dat is ook het joodse echtpaar Neuhaus-Davids in Heusden overkomen.

Onafhankelijk van elkaar komen Arthur Neuhaus (*1901) en Martha Davids (*1905) vanuit Duitsland naar Amsterdam. Ze trouwen op 4 maart 1936 in Amsterdam. Arthur woont dan al in ’s-Hertogenbosch en Martha komt bij hem wonen in de Akeleistraat 16. Dochter Marianne wordt op 8 mei 1938 geboren. Vanaf juli 1939 tot maart 1942 woont de familie in de Ophoviuslaan 126. Arthur Neuhaus is werkzaam in de textiel. Hij is een zoon van koopman Joseph Neuhaus en Minna Müller. Joseph Neuhaus is weduwnaar en woont ook op dit adres, tot hij overlijdt op 24 augustus 1941

Hij ligt begraven op de joodse begraafplaats in Vught.

Jacht op Joden

Kort na de bezetting beginnen de Duitsers met het registreren en isoleren van de Joden. Met ingang van 6 oktober 1940 verbieden zij werkgevers Joden in dienst te nemen. Nog diezelfde maand voeren zij een ‘ariërverklaring’, waarin personen dienen aan te geven, of zij joodse ouders of voorouders hebben. Een maand later ontslaan zij alle Joden die werkzaam zijn in overheidsdienst en in het onderwijs. Joden moeten door het dragen van een davidster op hun kleding herkenbaar zijn. Het is hen verboden om tussen 24.00 en 4.00 uur buiten te komen.

Joodse kinderen mogen uitsluitend nog naar een joodse school gaan. Het openlijke protest van de Gereformeerde en de Nederlandse Hervormde Kerk wordt door de Duitsers genegeerd. De Joden moeten verwijderd worden uit de Nederlandse samenleving. De Duitsers maken met hulp van NSB’ers een verbeten jacht op de Joden. Vanaf 1942 worden Joden op grote schaal opgepakt en via de doorgangskampen Westerbork of Amersfoort gedeporteerd naar vernietigingskampen in Polen of Duitsland. Het onderdak bieden aan Joden is levensgevaarlijk. Bij ontdekking heeft dat voor de gastheer en –vrouw grote gevolgen.

Joden dienden op straat zichtbaar een davidster te dragen. (Foto: Collectie Nico de Bonth)

Joden dienden op straat zichtbaar een davidster te dragen. (Foto: Collectie Nico de Bonth)

Onderduiken

In maart 1942 verlaten Arthur, Martha en Marianne Neuhaus, opgejaagd en bang gemaakt, hun woning aan de Ophoviuslaan. Zij verblijven dan in de Van Rijckevorssel van Kessellaan 63a. Dochter Marianne wordt ondergebracht bij een gezin in Horst (L). Arthur en Martha verbergen zich vanaf augustus 1942 in Heusden in de woning van gemeenteveldwachter Pierre Halmans. Halmans is agent van politie te ’s-Hertogenbosch en per 4 november 1939 benoemd tot gemeenteveldwachter van Heusden. Het echtpaar Halmans woont sinds 11 december 1939 op Hoogstraat 20. De Heusdense huisarts Egbert Schimmel zorgt voor onderduikadressen in Heusden en in het Land van Heusden en Altena.

Hebben de Duitsers tot nu toe het normale leven in Heusden laten voortduren, in 1943 tonen zij hun ware gezicht. De Sicherheitsdienst (SD) houdt op 3 februari 1943 een razzia in Heusden, waarbij verdachte personen en joodse onderduikers gevangen genomen worden. Deze inval is het gevolg van het werk van verraders, die hun ‘vrienden’ een tip hebben gegeven. Arthur en Martha Neuhaus worden gearresteerd en overgebracht naar het Huis van Bewaring in ‘s-Hertogenbosch. Ook wordt de gemeenteveldwachter Pierre Halmans, die het echtpaar Neuhaus onderdak heeft geboden, gevangen genomen. Halmans zit tot de bevrijding gevangen. Aanvankelijk in ons land, daarna in Duitsland. Cornelis Vreeswijk, bedrijfsleider bij scheepswerf De Haan & Oerlemans, en huisarts Egbert Schimmel weten mevrouw Cor Halmans–Wooning te verbergen. Beiden mannen worden ook verraden en op 9 maart 1943 gevangen genomen. Na respectievelijk twintig en tien weken worden beide mannen weer in vrijheid gesteld.

Arthur en Martha Neuhaus worden op 9 februari 1943 via ’s-Hertogenbosch naar Westerbork (strafbarak 66) en vervolgens op 2 maart naar concentratiekamp Sobibor in Polen gedeporteerd. Drie dagen later, op 5 maart 1943 zijn ze in de gaskamer vergast. Pas op 2 december 1949 wordt bij de gemeente ’s-Hertogenbosch de overlijdensakte van het echtpaar Neuhaus opgemaakt, vanwege de schriftelijke aangifte door het ministerie van Justitie. Op 1 september van dat jaar staat het overlijden ook in de Staatscourant.

De struikelstenen van het echtpaar Neuhaus-Davids in de Ophoviusstraat 126 te ’ s-Hertogenbosch, gelegd op 15 juni 2018. (Foto: Gerard Monté)

De struikelstenen van het echtpaar Neuhaus-Davids in de Ophoviusstraat 126 te ’ s-Hertogenbosch, gelegd op 15 juni 2018. (Foto: Gerard Monté)

Verraden

Na de oorlog bleek dat een familielid van Pierre Halmans een anonieme brief aan NSB-burgemeester Thomaes gestuurd heeft en hem hiermee verraden heeft. Dit familielid was tramconducteur in Amsterdam en werkte daar voor de SD. Thomaes is vanaf februari 1942 tot 3 september 1944 de NSB-burgemeester van Heusden. Hij heeft de anonieme brief doorgezonden naar Loesberg, NSB-kapitein der Marechaussee en naar NSB-majoor Wijnkamp. In november 1948 wordt in een rechtszaak voor dit feit tegen Thomaes tien jaar gevangenisstraf geëist. De uitspraak luidt: zeven jaar gevangenisstraf onder aftrek van voorarrest en vijftien jaar ontzetting uit de kiesrechten. Wel wordt tijdens de rechtszaak aangehaald dat Thomaes de Heusdense Joden Betje de Wolf en barbier Jan Franco niet lastig heeft gemaakt. Ook blijkt na de oorlog dat huisarts Schimmel meer verzetsactiviteiten heeft gepleegd, waaronder het verzorgen van onderdak in Antwerpen voor twee piloten. Zijn echtgenote, mevrouw Schimmel-Kiewiet, zet zich tijdens de oorlog bijzonder in voor het welzijn van de Heusdense bevolking, ook gedurende de tijd dat haar man in Duitse gevangenschap verkeert. Marian is meteen na de oorlog door familieleden bij het schuiladres in Horst (L) opgehaald en is met familie naar Canada geëmigreerd. Op vrijdag 15 juni 2018 zijn voor het echtpaar, in aanwezigheid van Marian Nachman- Neuhaus, in de Ophoviuslaan twee struikelstenen gelegd. Zij is bij de legging van de struikelstenen aanwezig en legt er bloemen en steentjes, een Joods gebruik.

Bart Beaard