"Ben je niet een beetje vroeg, kleine vriend?", vroeg ik aan de eekhoorn. Sinds een week of twee scharrelt hij in mijn tuin rond en passeert hij vaak mijn werkkamer. De mussen vielen van het dak van de warmte, maar hij leek bezig met de komende winter. Wat valt er te halen? Tot inderdaad de eerste hazelnoten van de boom vielen vlak voor mijn huis en september zich genadeloos meldde: het wordt herfst. Ik kon alleen maar denken: ‘Nu al?’

Ik ben geen fan van de herfst, ik kan er niets aan doen. En ik weet dat anderen daar juist naar uitkijken. Maar het was niet eens dat wat me overviel. Voor mijn gevoel was de zomer maar zo kort en grillig. En ook dat is nog tot daar aan toe, maar ik merkte dat ik in de knel kwam. En volgens mij veel meer mensen.

Aan het begin van de zomer, toen het eindelijk mooi weer werd, appte ik de schilder met een foto van een plank aan mijn huis die er niet meer zo fraai uit zag. Ik hoopte dat hij misschien ergens in de zomer een gaatje voor me zou vinden. Maar het was duidelijk dat hij geen tijd had. Langskomen deed hij niet; ik moest eerst maar een dakdekker gaan vragen om te kijken of het geen lekkage was. Geen probleem natuurlijk, maar ik voelde dat hij in het gedrang gekomen was door het natte voorjaar en nu eigenlijk pas echt aan het buitenwerk toe kwam. Dus had hij écht geen tijd.

Toen de herfst zich aandiende had ik datzelfde gevoel: ‘Ho eens even, ik ben nog niet klaar!’ Net als heel veel mensen, viel me op, heb ik deze zomer pas de heg kunnen snoeien. Het was er eerder geen weer voor. Waar ik andere jaren merkte dat mensen zo eind mei begonnen te snoeien en mij altijd te snel af waren, leek ik een van de eersten, of moesten er minimaal nog velen volgen. Ook had ik de ‘hogedrukspuit-zaterdag’ gemist in onze buurt. Er is namelijk in mijn buurt een wonderlijk fenomeen elk jaar. Ergens tweede helft april is er een zaterdag dat iemand met zijn hogedrukspuit zijn terras of oprit begint schoon te maken. En als een hondentelefoon nemen anderen dat in de buurt dan over. Soms werkt het met grasmaaien in de zomer ook zo. Eén iemand begint en daarna lijkt het idee als een lopend vuurtje door de wijk te gaan: ‘Goed idee, grasmaaien!’

Dus ben ik dit jaar buiten mijn weken weg als een gek gaan plannen wat ik sowieso in de zomer moest doen: wat schilder- en tuinklusjes, een nieuw zwembad opzetten, het tuinhuis opruimen enz. Het voelde krap dit jaar. En eerlijk is eerlijk, als het soms ineens zo warm moet zijn als de afgelopen dagen, dan hoeft het voor mij ook niet meer. Maar ik zit toch lekkerder binnen als alles buiten weer gedaan is. En ik lijk het net te hebben gered.

Of je nu houdt van de herfst of niet: elk seizoen heeft zijn eigen dingen. En dat is ook goed. Goed voor de natuur en voor ons. Zelfs de winter kunnen we niet missen. Ja natuurlijk, zegt de wintersporter. Maar wie de winter te koud en nat vindt, kan ook merken dat we niet zonder kunnen. Tom Oosterhuis, neef van Trijntje en Tjeerd, zong ooit over de winter dat hij hem kon missen als kiespijn, maar later toch merkte dat hij aan drie seizoenen niet genoeg had: ‘Ik vind pas in de winter de stilte en de rust, van de akkers en de velden, van de dorpen in de verte. En van de bomen; de bomen met het voorjaar voor de boeg.’ (liedje: Winter)

Dus… Terwijl ik nu ook zie dat de bladeren aan de bomen verkleuren, laat ik de bladeren nog even liggen voor de insecten. De bolsters van de hazelnoten laat ik liggen tot ze leeggehaald zijn door de eekhoorn. Het zwembad haal ik snel leeg en ruim ik op voor de regen weer begint. En daarna begin ik eerst maar eens met het opruimen van de zolder… Daarboven was het daar eerder echt te heet voor. Nu is het tijd. Tijd voor de herfst.

Gastcolumnist Otto Grevink is als dominee op verschillende wijzen betrokken bij protestantse kerken in de regio Hart van Brabant. Hij is pionier bij Zin op School in Waalwijk en dirigent van Koor en Combo Laudate Dominum. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.