"Kijk, zo zag het er vroeger uit", zei ze terwijl ze me een groot fotoboek gaf. Ik hoorde en voelde de weemoed in hoe ze het zei. De stalhouderij had betere tijden gekend in de veertig jaar van zijn bestaan. Ze wees op een foto: "Dit zijn originele koetsen, maar ze worden nauwelijks meer gevraagd. En huwelijksfeesten hebben we ook nog zelden." Niet gek dus dat ik me zo welkom voelde toen ik er een huwelijksceremonie kwam leiden.

Een studievriendin had me gevraagd op deze locatie op de Veluwe de viering van haar huwelijk met haar Britse echtgenoot te leiden. Driemaal is scheepsrecht. Nee, niet omdat dit haar derde huwelijk is, maar ze waren eerst in Engeland voor de wet getrouwd. Daarna hadden ze het met familie en vrienden daar gevierd, en nu in Nederland. In een klein gezelschap, zoals ik dat steeds meer zie gebeuren. Klein en besloten en op een bijzondere locatie.

Op welke locatie ik ook een huwelijksviering mag leiden, in een kerk of elders, altijd besteed ik even aandacht aan waar we samenkomen. Er is altijd een verhaal, los van het verhaal van het bruidspaar. Zij zijn de eersten niet die trouwen en vaak ademt zo’n locatie een hele geschiedenis. Het hoeft niet lang, maar even weten wat het verhaal is van waar je bent, helpt je om te aarden. Ook voor geloven is dat nodig, aarden. Het moet ergens wortel schieten.

De bruid was erg relaxed. Zo relaxed dat de ruimte waarin de viering zou plaatsvinden nog niet was ingericht. Een kolfje naar mijn hand, want nu kon ik lekker pionieren en van dit zaaltje iets van een heilige ruimte proberen te maken. Een zaal waarin ruimte is om even samen je te richten op iets bijzonders, iets aparts, met muziek, met lieve mensen, met woorden van het bruidspaar en woorden die anders zijn, omdat ze niet van ons komen, maar al eeuwen met mensen meegaan. Omdat ze iets van God laten horen. Het vergt wat overzicht in de ruimte – en dus al die nepleren fauteuils eruit! Werkelijk, het stond er tjokvol. We zetten de piano neer, een standaard als ‘spreekgestoelte’ en twee stoelen voor het lieve bruidspaar. En zo vierden we hun huwelijk en vroegen om een zegen. Een oom, die ook dominee was, deed de gebeden. In zijn taal klonk de oude kerk door. Hij zal wel gedacht hebben: wat gebeurt hier allemaal?

Maar ik kom al vaak genoeg in kerken waar mensen letterlijk of figuurlijk ook zo’n fotoboek laten zien: ‘Zo zag het er hier vroeger uit, dominee. Toen hadden we wel 90 kinderen op de club en twee diensten op een zondag. En met Kerstnacht verkochten we kaartjes om te zorgen dat de kerk niet te vol zou zitten.’ Tijden veranderen. Dat stemt weemoedig, maar daarmee hoeft de kern niet verloren te gaan. Het stelt wel vragen, allicht. Maar daarin heb je een keuze: blijf je daarin vastdenken, en dus vasthouden aan het oude dat je eigenlijk wilt herstellen, of probeer je om te denken?

Ik maak steeds meer mee dat huwelijksparen vragen om een viering op locatie. Daar houden ze de burgerlijke ceremonie en ze willen er in een viering om een zegen vragen. Overigens zie je dat bij uitvaarten ook, die steeds meer op locatie en besloten zijn. Met alle vragen die je je erbij kunt stellen, staat één ding voor mij voorop: ook dáár is God. En dús moet ik er ook zijn, als ze iets van de ‘kerk’ willen vragen of vanuit geloof willen doen.

Vragen heb ik wel, en die heeft de burgerlijke gemeente ook. Want in principe zijn huwelijksceremonies, voor de wet en voor de kerk, openbaar. Die vinden plaats in de samenleving, of in de kerkelijke gemeenschap. Waarom? Omdat je niet in je eentje trouwt. Je doet dat niet alleen in verbondenheid met elkaar, maar ook met de gemeenschap om je heen. En die is groter dan de kleinere of grotere selectie van familie en vrienden. Gelukkig maar.

Daarom was ik dus ook blij dat ik deze viering mocht doen, samen met oom dominee, maar ook met twee dominee-muzikanten. De ‘kerk’ is altijd meer dan de spreker die je vraagt. Daarom is het ook goed dat bij een burgerlijke ceremonie die ik leid een ambtenaar meekomt, en bij een kerkelijk huwelijk op locatie ambtsdragers van een kerk. Ook ik doe het niet alleen.

In alle weemoed klonk bij de stalhouderes ook een beetje hoop. Of misschien was het meer troost. "Binnenkort komt een bruidspaar dat 25 jaar geleden met een van onze koetsen trouwde, hier opnieuw een ritje maken om hun jubileum te vieren", vertelt ze. "Dan moet je daarop gaan inzetten", zei ik haar. "Mail al je bruidsparen van 25 tot 40 jaar geleden." Dingen gaan voorbij, maar ‘God haalt wat voorbij is altijd weer terug’, zo zei de Prediker. Wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon. Als wij maar niet vasthouden aan het oude.

Gastcolumnist Otto Grevink is als dominee op verschillende wijzen betrokken bij protestantse kerken in de regio Hart van Brabant. Hij is pionier bij Zin op School in Waalwijk en dirigent van Koor en Combo Laudate Dominum. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.