Hartkloppingen

Als je anno nu een kinderfeestje geeft, moet het spectaculair zijn. Wordt het met z’n allen naar een Disneyfilm? Zo ouderwets, zo oubollig, zo kinderachtig. Bowlen dan, is dat iets voor je achtste verjaardag? Alsjeblieft, bespaar me. Die bowlingbaan heb ik al zes keer gezien. En ik wil ook niet naar een ballenbak, een klimparadijs en al helemaal niet naar iets leerzaams of zoals oma dat altijd zegt: naar iets educatiefs. Karten, ja dat klinkt beter of een Escaperoom waar het heel spannend schijnt te zijn. Wat zoiets kost? Tientje per persoon entree. Twee keer een glas cola (of mag het al een alcoholvrije Radler zijn) kost vijf euro. Dan nog een paar porties bitterballen en als we bijna thuis zijn nog even langs een cafétaria is opgeteld ook vijf euro. Twintig euro per kind dus en jij wilt er tien uitnodigen? Met hartkloppingen word ik wakker. Niet normaal. Ik lig te denken aan mijn eigen verjaardagsfeestje met tien kinderen uit de klas en uit de straat. Ik word acht en het is 1961.

Blindemannetje

Mijn moeder had een biscuittaart gemaakt met hagelslag als garnering. Ieder kind smulde ervan. Ook de ranja lieten we ons goed smaken. Voor mij als feestvarken was het cadeautjes uitpakken en roepen 'oh wat mooi, ach wat leuk!'. Vriendje Hans had een parkiet in een kooitje meegebracht. “Hier, d’n deuze is veur jou, un echte karpiet. De kooi made ok houwe.” Na alle cadeaus gingen we naar buiten. Aan de kloppaal (een horizontaal liggende ijzeren buis waar het vloerkleed op werd uitgeklopt en waar ook de schommel aan werd bevestigd) hangen touwtjes met onderaan een plakje koek. Happen maar in groepjes van twee. Wie is de snelste? Lachen. Het volgende spelletje is toffeehappen. Een toffee ligt in een bak met water en om dat lekkere snoepje te kunnen pakken, moet je met je hoofd onder water. Hilarisch. Tijd om met z’n allen de straat op te gaan. De nieuwe bal wordt uitgeprobeerd (stoepranden), we doen verstoppertje, er wordt met de kar gespeeld, ik zit op mijn ‘nieuwe fiets’ (zie foto). Een half uurtje later roept mijn moeder: 'komen jullie weer naar binnen?!' Tijd voor blindemannetje. Aan diezelfde kloppaal hangen vijf touwtjes met onderaan een spek, een trekdrop, een schuimblok, een lolly en een dropveter. Om de beurt krijg je een blinddoek voor en moet je proberen met een schaar een touwtje door te knippen. Als je geluk hebt, knip je dat wat jij het meest lekker vindt. Potverdorie, het is al bijna tijd dat de kinderen naar huis moeten gaan. Plotseling begint het te regenen, dus met z’n tienen nog even de huiskamer in. Mijn moeder kruipt achter de piano. We zingen over Berend Botje en luisteren naar iets klassieks. Opeens een lichtflits met niet veel later een hevige donderslag. Wie schrikt er niet? Tijdens het onweer gaan we steeds harder zingen en mijn moeder speelt maar door. Vriendje Hans maakt ons allemaal bang voor dat elektriciteitshuisje dat naast ons huis staat. Als daar de bliksem inslaat……….dan….dan….

Grabbelen

Een onvergetelijk verjaarsfeestje. Toen het onweer over was en iedereen naar huis wilde, mochten we eerst nog iets grabbelen. Een puntenslijper, een opschrijfboekje, een fluitje: onze kinderhandjes waren gauw gevuld.