Aan de Akkerlaan in Drunen bevindt zich de begraafplaats Duynhaeghe. Het bijhorend gebouw, wat aanvankelijk niet meer dan een soort ‘schuilplaats’ had moeten worden, groeide in 1984 uit tot een heuse aula. Het was ontworpen door Jan de Jong (1917-2001), architect van de Bossche School, een traditionalistische stroming in de Nederlandse architectuur. Deze stijl dankt haar naam aan een driejarige cursus ‘kerkelijke architectuur’ die tussen 1946 en 1973 in het Kruithuis in ’s-Hertogenbosch werd gegeven. Jan de Jong volgde deze cursus van 1953 tot 1956. De theorieën die bij deze cursus werden gedoceerd waren afkomstig van Benedictijner monnik en architect Dom Hans van der Laan (1904-1991).
Door Bart Beaard
De architectuur van de Bossche School kenmerkt zich door de sobere vormgeving van de gebouwen en grijpt terug op vroegchristelijke en vroeg romaanse kerken in Italië. De architectuurstijl is met name gebaseerd op de verhoudingenleer die door Dom Hans van der Laan werd ontdekt en uitgewerkt. In 1928 omschreef hij deze ontdekking voor het eerst als ‘het plastisch getal’. Het plastisch getal is te omschrijven als ‘de Gulden Snede in 3D’. Bij de Gulden Snede-verhouding blijft de toepassing beperkt tot het platte vlak, tot twee dimensies. Wat Dom Hans van der Laan heeft gedaan is in wezen de Gulden Snede definiëren voor een driedimensionaal object, waarbij lengte, breedte én hoogte een rol spelen.
Bouwstijl
De stijl van het gebouw is duidelijk herkenbaar als de Bossche School. Voor de vormgeving van de aula heeft architect Jan de Jong niet teruggegrepen op een vroegchristelijke of romaanse kerkarchitectuur, maar hij koos voor het atrium of centrale hal van een opgegraven Romeinse woning in het Italiaanse Pompeï. Voor de maatverhoudingen is de ingewikkelde techniek van het plastische getal toegepast. Het is een gebouw met binnen en buiten vele detailleringen, die architect Jan de Jong in die periode veel toepaste.
Aula-buiten
Witgrijze structuurstenen, ‘vol en zat’ gemetseld, prefab betonnen lateien, prefab betonnen raamdorpels met roodkoperen waterspuwers, zware houten buitendeuren en de wengé houten delen bevestigd met houtschroeven en ringen, golvende dakrandafwerking met een laag om en om liggende doorgezaagde gresbuizen.
De aula binnen met vele kenmerken van de bouwstijl Bossche School. (Foto: Rini Wouters†)
Aula-binnen
Uitgewassen grindvloer, natuursteen banden, wanden van fijnbezaagd houten planken en bevestigd met koperen leinagels, plafond met fijnbezaagd houten gordingen en planken. Binnen staan enkele banken in de vormgeving van de Bossche School. Het hout is met zachtgrijze nuances geschilderd naar een advies van polychromeur Wim van Hooff (1919-2002).
Toegangspoort
Ook een ontwerp van architect Jan de Jong met een grote poort en een looppoort. Tussen en naast de poorten zijn muren van witgrijze structuurstenen in verschillende breedten met betonnen driehoeken als randafwerking.