Ivanhoe
Ik denk dat we thuis in 1962 televisie kregen, een tweedehandsje. Een bakbeest van een kast met een relatief klein beeld. Opeens niet meer met veel andere kinderen naar die aardige mevrouw in de straat. Plotseling kon ik televisie kijken zoveel ik maar wilde. En natuurlijk hadden we op het dak de antenne. Het hele dorp was één woud van antennes aan het worden. Televisie bracht helden de huiskamer in. Mijn grote idool op de kleuterschool, daar waar ik maar kort bivakkeerde omdat ik steeds wegliep, was de juf geweest. Als je jarig was kreeg je van haar een kusje. Zou tegenwoordig een hele rel opleveren: leerkracht zoent kleuter in de klas. Met de komst van de televisie kwamen andere idolen in mijn jonge leventje. Naast Pipo de Clown was dat een kleine zestig jaar geleden Okkie Trooy, de man met een toverkoffertje. Alleen als hijzelf het koffertje open deed, zat het vol met heerlijke krentenbollen. Het was magie, toverkunst en iets ongrijpbaars voor de negenjarige Henkie. Okkie werd als idool opgevolgd door Ivanhoe, een stoere ridder die samen met zijn vriend en schildknaap Gurth spannende avonturen beleefde in de Engelse bossen. We speelden als kinderen die belevenissen na, maakten zwaarden van panlatten, reden op onzichtbare paarden. Als ik bij mijn neefje Hans logeerde, was het iedere dag Ivanhoe, vooral omdat zijn moeder/mijn tante een heus ridderpak voor hem had gemaakt.
Idolen stroomden binnen
Maar er kwamen in de loop der tijden ook andere helden in mijn leven. De Tour de France was te zien op tv en daar zag ik renners als Wout Wagtmans en Jan Janssen de bergen opklimmen. Met een wielerpetje op de kruin en het fietsstuur omgedraaid, reed ik zo hard ik kon richting de bossen. Ik waande me een echte wielrenner.
Mijn zeven jaar oudere zus kreeg verkering en ik keek als ventje van negen op tegen die grote en stoere Hans van zestien. Een nieuw idool. Toen ik duiven ging houden en voortgeholpen werd met jonge duiven door Gerrit, werd hij mijn held met wie ik ‘de grote wedstrijden’ kon bespreken. Op televisie keek ik graag naar Little Joe in de serie Bonanza en vond ik de muziek van de Blue Diamonds fantastisch. Opeens was ik een puber en stroomden nieuwe idolen binnen: Rob de Nijs, Cuby and the Blizzards, Fleetwood Mac.
Poster
1969. Vanaf nu mag ik op mijn bijna nieuwe brommer rijden. Zonder helm en een rijbewijs is dan nog niet nodig. Op mijn slaapkamer hangt een poster van bromfietsmerk Puch. Wie wil nou niet zo’n meisje? De jongen op de poster is een idool voor velen want dit is de nieuwe look.
AOW
Terug naar het heden: ik heb al een paar jaar AOW, geniet van het opa-zijn en zie dat kinderen voorbeeldfiguren nodig hebben. De Oranje Leeuwinnen laten zien dat ook meiden uitstekend kunnen voetballen, Marianne Vos laat zien dat ook vrouwen Olympisch Kampioen op de fiets kunnen worden en zanger Duncan laat horen dat ook Nederland het Songfestival kan winnen. Idolen: je kunt niet zonder hen.