Door Henk Poelakker
Propaganda
In een oorlog is het ontzettend belangrijk dat de soldaten en de inwoners blijven geloven in de overwinning. Dat kan heel lastig zijn als vlak voor je neus je beste vriend is neergeschoten. Of dat je huis in puin is veranderd door een bom. Om het geloof in de overwinning te stimuleren, maakt ieder land dat in oorlog is, een soort van reclame voor de oorlog. Je schrijft dan bijvoorbeeld dat het heel goed gaat aan het front, dat er weer duizenden vijanden uitgeschakeld zijn, dat de tegenstander bang is en zich massaal overgeeft. Vaak is meer dan de helft van die verhalen gelogen. Daar is een woord voor: propaganda. Ook in de oorlogen van nu wordt nog altijd veel gelogen, ook nu maken legers gebruik van propaganda.
Kees Veltman sr.
Verzet
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er mensen die de echte waarheid wilden vertellen. Tussen 1940 en 1945 verschenen er overal in het land illegale krantjes. Duitsland verbood die stiekeme kranten en probeerde de typemachines, de makers en de drukpersen te vinden. Als je gepakt werd, kon je een zware straf krijgen, zelfs de doodstraf. Wie aan deze illegale krantjes meewerkte, pleegde verzet.
De krant wordt gestencild.
Betrouwbaar nieuws
Ook in Heusden waren er in de oorlog enkele mensen die een geheime krant maakten. Hun krant werd De Sirene genoemd. Daarin zit de naam Irene en dat betekent Vrede. Tevens verwijst de naam naar wat een sirene doet, namelijk waarschuwen. Kees Veltman (1920-1965) uit Drunen ontpopte zich tot verzetsman door De Sirene uit te geven. Hij kwam in contact met de familie Clerkx. Een vooraanstaand gezin dat het rumoerige Den Haag verruild had voor het relatief rustige Heusden. Hier hadden ze een vakantiehuis waar ze tijdens de oorlog verbleven. Zoon Hein en de eerder genoemde Kees Veltman leerden elkaar kennen. Later bleek Kees de zus van Hein leuk te vinden (na de oorlog trouwden ze). De beide mannen besloten samen te gaan werken: hulp bieden aan onderduikers, maken en verspreiden van valse papieren. In de kelder van wat nu Waterpoort 5 en 7 in de Vesting Heusden is, creëerden zij een extra ruimte die onzichtbaar was, zelfs voor rondsnuffelende Duitsers. Die ruimte werd het hart van De Sirene, daar werd bladzijde voor bladzijde met een stencilmachine de krant gemaakt, een tijdrovend karwei.
Nel Clerkx, de moeder van junior.
Blauwe vingers
De eerste Sirene verscheen op 7 juni 1943 in een oplage van 500 kranten. Kees Veltman en de zijnen konden de vraag naar echt nieuws maar amper aan. Al spoedig groeide de krant naar 2.000 kranten. Zus Nel typte haar vingers blauw, Hein en Kees bepaalden de inhoud van de krant, diverse mensen werkten als koerier mee aan de verspreiding. Lezers bevonden zich in Oss, Gorinchem, Den Bosch, Waalwijk, Tilburg, Rotterdam, Dordrecht, Den Haag, Utrecht, Amsterdam en uiteraard de omgeving van Heusden. Nieuws was er niet alleen vanuit de regering in Engeland maar ook van ambtenaren die stiekem vertelden over geheime berichten, aanstaande razzia’s en trieste berichten over werk- en concentratiekampen. De lezers van De Sirene kregen het advies om de krant te vernietigen zodra men alles gelezen had. Dit voor de eigen veiligheid (het lezen van een illegale krant was ten strengste verboden) maar ook om de Duitsers het spoor niet te laten vinden naar Heusden. De drukkerij in de kelder is nooit gevonden.
Koerier van de verzetskrant De Sirene.
Het zal mijn tijd wel duren
We spraken met de zoon van Kees Veltman die ook Kees heet. Hij werd geboren in 1958 en woont nog altijd in het ouderlijk huis aan de Waterpoort in de Vesting. Kees jr. vertelt: “Mijn vader Kees is uiteindelijk getrouwd met mijn moeder Nel Clerkx, de vrouw die in de oorlog vooral het typewerk voor de krant verzorgde. Kees senior zag al vroeg in de oorlog dat het hoofddoel van de Duitsers uitroeiing was. De vrijheid van mensen werd steeds ingrijpender ingeperkt. Hij merkte dat velen dachten 'het zal mijn tijd wel duren' want wie geloofde de verhalen over de systematische moord op het Joodse volk? Mijn vader heeft zich willen verzetten tegen dat mensonterende systeem, ik denk vooral vanuit humanitaire overtuiging. Door het uitbrengen van een illegale krant, maakte hij zich kwetsbaar. Angst was hem vreemd. De drijfveer moet transparantie en betrouwbaarheid geweest zijn. Kees sr. stond voor vrijheid van meningsuiting, medemenselijkheid, democratie. Allemaal begrippen die de Duitsers letterlijk aan hun laars lapten.”
Respect
Kees junior valt in het authentieke pand aan de Waterpoort even stil. “Ik denk niet dat ik zo heldhaftig geweest zou zijn als mijn vader.” Hij veert op als hij vertelt hoe Kees sr. op een Duits feest in Amsterdam was geïnfiltreerd en daar de holsters met pistolen aan de kapstok zag hangen. Heel slinks wist hij enkele revolvers te stelen. Mijn hart gaat er na al die jaren nog altijd sneller van kloppen. Die moed vind ik bewonderenswaardig. Uiteraard sta ik achter de drijfveren van mijn vader waar ik nog graag aan toe wil voegen dat het een groot goed is om in dit land te mogen zeggen wat je denkt. Respect is de basis voor vrede en vrijheid.”
Kees Veltman jr.
Trots
Na de oorlog bleef De Sirene bestaan, nu als een echte krant compleet met foto’s. Kees jr. vertelt: “In Heusden hadden we destijds Drukkerij Veerman, de makers van de krant Nieuwsblad voor het Land van Heusden en Altena. Die krant bleef ook tijdens de oorlog verschijnen. Na de oorlog vond de overheid dat deze drukkerij wel erg gemakkelijk alle Duitse berichten had willen publiceren. Daarom volgde een straf: de krant van Veerman mocht twee jaar niet verschijnen (Perszuivering). Maar zie, er was al een samenwerking met De Sirene in de oorlog geweest (o.a. werd daar papier gekocht voor de illegale krant). Mijn vader maakte een deal: jullie gaan De Sirene drukken en we verspreiden die krant niet alleen onder onze abonnees maar ook onder die van jullie. Bijna twee jaar verliep die samenwerking goed. Kees sr. had daarmee een nieuwe baan als uitgever van de legale Sirene. Helaas liep het na twee jaar fout en won de concurrentie de strijd om de lezer. De laatste Sirene verscheen in februari 1947. Wat blijft is de trots die ik voor mijn vader voel die door een noodlottig ongeval op 44-jarige leeftijd om het leven kwam. Ik was toen zes jaar.”