Op sinterklaasavond geven we elkaar als gezin cadeautjes, namens de Goedheiligman. Ook toen ik niet meer in zijn bestaan geloofde, werd er op de ramen gebonkt, werd er langdurig op de deurbel gedrukt en stond er een wasmand vol presentjes voor de deur. Surprises, daar deden we niet aan. Te ingewikkeld, teveel werk; wel moest er bij ieder pakje een gedichtje geschreven worden. Om de anderen een beetje op weg te helpen in de zoektocht naar de echte gever, eindigde ik ieder rijmpje met de woorden: ‘van de kleine Sint’. Het was leuk en spannend want opeens kreeg ik in de gaten hoe plezierig het voelt als je iets weggeeft. De blijde gezichten, het enthousiasme en de woorden ‘dank u wel Sinterklaas’ hoor ik nog door de woonkamer schallen.

Banketletter

Vaak zat er in de mand ook een cadeau voor ons allemaal. Ik wist al meteen wat het was: een banketletter die we met z’n allen oppeuzelden. Deze lekkernij moest wel een beetje warm zijn en daartoe werd-ie voorzichtig op een vuurvast bord op de kolenkachel gezet. Maar op 5 december 1961 liep het anders en werden we verrast met een topcadeau. Sinterklaas had het mooiste onderin de mand verstopt. Het laatste pakje was uitgepakt, de mand leek leeg toen mijn moeder plotseling riep: hé, wat ligt daar onderin de mand? Het was een slordig opgevouwen papiertje dat niemand, behalve mijn alerte moeder, was opgevallen (dat had ze er natuurlijk zelf, heel stiekem, in laten vallen). Mijn zus mocht het briefje voorlezen: lieve allemaal, het laatste cadeau is voor jullie gezamenlijk en staat op de slaapkamer van papa en mama. Huhh?? Wat was dat? Nog een banketletter? Zus en ik snelden naar boven met in ons kielzog onze ouders. Op het ouderlijk bed stond een fleurige doos die we voorzichtig openmaakten. Een gil, een schreeuw, een feestelijke lach want er zat een groen koffertje in. Mijn zus wist onmiddellijk wat het was: een platenspeler, een pickup. Fantastisch, ook wij hadden nu een apparaat waar je plaatjes op kon draaien. Het kostbare koffertje werd naar beneden gedragen. De pickup moest worden aangesloten door twee stekkertjes in de achterkant van de radio te steken. Vervolgens moest je de knop TA op de radio indrukken en de speler was klaar voor gebruik. Voor Henkie zat er een plaatje bij over Repelsteeltje: een mooie stem vertelde het sprookje. Voor mijn zus was er het 45-toerenplaatje Marina van Rocco Granata bij. Ach wat een wonder, wat een topcadeau want we konden de mooiste liedjes onbeperkt beluisteren.

Rocco Granata met zijn hit Marina.

Rocco Granata met zijn hit Marina.

Oubollig

Niet veel later kwam pa thuis met zeker wel twintig plaatjes die hij voor een prikkie gekocht had. Een caféhouder ververste zijn jukebox en gaf de oude plaatjes bijna gratis weg. Dat het oubollige muziek was, kon ons niets schelen. Het duurde tot 1968, ik werd toen 15 jaar, tot ik zelf een pickup kreeg. Die hoefde je niet meer op de radio aan te sluiten, het was een compactspeler. Het deksel van het koffertje was tevens de luidspreker. Ik kreeg van opa en oma een LP van de Beatles (citaat oma: wat een herrie maken die langharige jongens) en van vrienden op mijn fuif 45-toerplaatjes zoals 'I can hear music' van the Beach Boys.