‘Wat een bouwval!’ Ik zap wat heen en weer en kom langs verschillende huizenprogramma’s. De verbouwingsprogramma’s intrigeren me het meest. Ik zou het niet kunnen. Voor mij geen klushuis. Ik zie het gewoon niet. Ik kan niet door alle oude meuk heen kijken en er een mooi nieuw paleisje in zien. Ik zou er wanhopig van worden.
Er zijn gelukkig anderen die dat wel kunnen. Een vriend van me bijvoorbeeld, die gerust een vloer uit een kamer kan halen en meteen ook maar even het plafonnetje eruit rukt, de elektra gaat verplaatsen en zo ineens een bouwput voor zichzelf creëert, waar hij óók nog uitkomt. Ik vind dat knap. Om in iets ouds iets nieuws te kunnen zien.
Dit soort mensen lijken een beetje op profeten. Ook profeten kunnen door puinhoop en chaos heen kijken. Ze dromen. En in die dromen kunnen ze door een doodlopende weg een nieuwe weg zien opengaan. En ze sporen aan: ook al zie je het niet, blijf erin geloven! In de voorbereidingstijd voor Kerst lees ik dat soort dromen van profeten. Eén van hen, Jesaja, spoort in zijn tijd een koning aan om te blijven dromen. Ondanks dat het oorlogstijd is. ‘Vraag God dan om een teken’ zegt hij. ‘Dat doe ik niet’, zegt hij. ‘Ik wil God niet op de proef te stellen.’ Dat klinkt heel vroom, maar dat is het niet. Het is eigenlijk diep tragisch wat hij hiermee zegt: ‘Doe het me niet aan om het te vragen. Vraag niet van me om het te hopen. Vraag niet van me om er doorheen te kijken. Vraag niet van me om te geloven dat het goed kan komen, want dat doe ik niet!’
Het lijkt op situaties die ik veel tegenkom bij mensen die door wat ze hebben meegemaakt niet meer kunnen geloven in de goedheid van mensen. Omdat ze enorm benadeeld of ronduit belazerd zijn. Of omdat ze fysiek, geestelijk of seksueel misbruikt zijn of aangerand. Die daardoor het vertrouwen verliezen in mensen, in zichzelf, in hun lichaam, wat hun relaties tekent. Of bij mensen die door een chronische ziekte elke dag weer door moeten zien te komen en er geen gat meer in kunnen zien, al zouden ze het willen. Of bij mensen die door wat ze zelf gedaan hebben niet uit de cirkel van hun schuldgevoel komen. Omdat ze niet weten hoe ze het goed kunnen maken. Ook al weten ze wel weer een manier te vinden om samen te leven of te werken; er blijft altijd iets wringen. Of bij mensen die aan het einde van hun geld nog een stuk maand over houden en niet meer weten met hoeveel banen en met alle zorg voor kinderen en zichzelf ze het hoofd boven water moeten houden.
Al deze stemmen van deze mensen hoor ik in het antwoord van die koning als hem een teken wordt aangeboden. Het leven lijkt soms op een doodlopend spoor te zitten. Dan zijn er verhalen nodig, dromen, liederen, visioenen die laten zien dat er wel degelijk iets mogelijk is. En inderdaad, dat kán eigenlijk niet. Net als dat teken bij Jesaja dat er een kind geboren zou worden. Dat teken zag men later in de geboorte van Jezus. En heel curieus: zijn moeder was nog maagd. Dat kán dus eigenlijk niet. En toch gebeurde het.
Daarom kunnen we de komende weken zingen, ook met ons koor op 19 december in De Brug, en komt ook Herman van Veen ‘om de lieve vrede zingen’ in de Catharijnekerk in Heusden op de 12e. Ook op heel veel andere plekken klinken kerstliederen en worden verhalen verteld, om elkaar hoop toe te zingen. Want wat er ook allemaal speelt in deze wereld, het blijft een mooie wereld, waar toekomst in zit. Voor ons allemaal.
Gastcolumnist Otto Grevink is als dominee op verschillende wijzen betrokken bij protestantse kerken in de regio Hart van Brabant. Hij is pionier bij Zin op School in Waalwijk en dirigent van Koor en Combo Laudate Dominum. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.