Wie weet tegenwoordig nog waar de wind vandaan komt?

We wonen, werken en leven de meeste tijd tussen muren. Wat voor weer het wordt, weten we van het weerbericht en niet meer van de wind zelf.

Daardoor sluiten we de wind steeds meer buiten en we laten de wind voor wat hij is. Behalve de jager, die kijkt nog steeds voordat hij gaat jagen uit welke richting de wind waait. Hij benadert de wilde dieren altijd tegen de wind in, want hij weet dat de wilde dieren zich verplaatsen met de wind mee.

De wind kan een verkoelend briesje zijn, maar hij kan je ook van je sokken af blazen. Toch kijken we pas naar de windrichting als we er last van hebben.

Als de wind om je huis heen giert, de takken tegen het raam tikken en de bomen zich van de wind afkeren en gaan buigen.

Ook als men vroeger van huis ging, keek men eerst uit welke hoek de wind waaide. Waren dat draaiende winden, dan wisten de boeren afhankelijk van het seizoen, dat de winden regen of droogte konden veroorzaken. Blies de wind ons uit de koers, dan maakte dat ons sterker en opmerkzamer.

Vergeet ook niet, dat met de kennis van de wind vele landen en werelddelen werden veroverd. De beheersing van de wind voerden Nederlandse, Franse, Engelse en Portugese schepen naar Afrika en Azië. Een Engelse zeekapitein dacht zelfs in het jaar 1600 dat hij een storm kon voorspellen door te luisteren naar de wind in de zeilen. Of zijn voorspellingen inderdaad uitkwamen is niet bekend.

Gelukkig vechten we niet meer tegen de wind, zoals de oude culturen. De Eskimo’s geloofden namelijk dat de boze geesten meeliften met de wind.

Daarom joegen de Eskimo vrouwen, de wind met de boze geesten, in het najaar met knuppels het huis uit. Was de wind eenmaal buiten, dan schoten de mannen met pijlen op de wind om de boze geesten te doden. Bijgelovig waren ook de Navajo indianen, die beweerden dat toen de mensen zijn gemaakt, onze vingerafdrukken veroorzaakt zijn door de wind.

Ook in onze westerse cultuur dichten we allerlei eigenschappen toe aan de wind, gezien de vele spreuken en gezegdes die over de wind gaan.

Een mooi voorbeeld daarvan is 'Komt eerst de wind en dan de regen, dan valt de neerslag tegen'.

Je kunt nou eenmaal niet om de wind heen, vandaar dat de windmolens een steeds grotere rol spelen in de voorziening van de groene energie.

Gelukkig gaat alles steeds meer voor de wind.

Jules Faber