Op 30 maart 1945 wordt vanuit Salland-Overijssel de laatste V.1 naar Antwerpen gelanceerd. Ter ondersteuning van het Ardennenoffensief van het Duitse leger zijn er dan 5395 projectielen gelanceerd. Een gedeelte is over Vlijmen gevlogen, soms wel honderd per dag. Een angstige periode voor alle mensen. In de bebouwde kom storten vier V.1’s voortijdig neer met als droevig resultaat: 28 mensenlevens, talloze gewonden en tientallen verwoeste huizen. De grootste verwoesting is in het centrum, waaraan Vlijmen later het Plein en omliggende winkels en woningen ‘te danken’ heeft.

Door Bart Beaard

Vergeldingswapen V.1

Al vóór de oorlog heeft de Duitse luchtmacht opdracht om een onbemand vliegtuig te ontwikkelen. Op 10 juni 1942 geeft Hitler de opdracht voor de verdere ontwikkeling en productie van de vliegende bom die later bekend wordt als V.1 (Vergeltungswaffe 1). Hij wil het wapen inzetten om op geallieerd grondgebied dood en verderf te zaaien als vergelding voor de geallieerde bombardementen op Duitse steden en fabrieken. De ontwikkeling en het testen heeft plaatsgevonden in Peenemünde aan de Oostzee. De productie van het wapen in ’s-werelds grootste ondergrondse fabriek in de kalkbergen van Mittelfeld-Nordhausen (ook wel Mittelbau-Dora genoemd) in het Harzgebergte. Krijgsgevangenen en dwangarbeiders uit nabijgelegen concentratiekampen (onder meer Buchenwald) worden voor de productie ingezet. Op 12 juni 1944, een week na D-day, wordt vanaf een lanceerbaan aan de Franse westkust de eerste V.1 naar Londen gelanceerd. Aanvankelijk zijn de aanvallen alleen vanuit Frankrijk gericht op Londen. Later later ook vanuit Duitsland op Londen, Luik, Brussel en Antwerpen. Weer later vanuit Salland-Overijssel naar Antwerpen en deze vliegen gedeeltelijk over Vlijmen. Totaal zijn er 30.257 V.1’s geproduceerd, waarvan er 22.538 zijn gelanceerd; 11.891 naar België en 10.647 naar Engeland. De V.1 heeft inclusief de straalmotor een totale lengte van 8,5 meter en een spanwijdte van 5,4 meter. De brandstoftank bevat 700 liter kerosine. Aan boord is 830 kilogram springstof Amatol met drie verschillende ontstekingen. De snelheid is 600 km/uur en de vlieghoogte 3050 meter. Een propeller op de neus is gekoppeld aan een afstandteller die, na een aantal vooraf ingestelde omwentelingen, het hoogteroer aanstuurt en de V.1 laat neerstorten.

Op 14 februari 1945 stort een V.1 neer op de pastorie in de Pastoriestraat. (Foto: Collectie Abdij van Berne)

Op 14 februari 1945 stort een V.1 neer op de pastorie in de Pastoriestraat. (Foto: Collectie Abdij van Berne)

Het lanceren

Met zijn straalmotor kan een V.1 niet op eigen kracht in beweging komen en heeft daarvoor een lanceerbaan nodig. Die baan staat onder een hoek van 6º en heeft een lengte van 48 meter. Als de V.1 op de lanceerbaan ligt wordt met een startunit de straalmotor gestart. Aan de lanceerbaan wordt een stoomapparaat met twee tanks met chemicaliën gekoppeld. Bij het mengen van deze chemicaliën ontstaat oververhitte stoom met een druk van 58 bar, waardoor een plunjer door de lanceerbaan wordt gejaagd. Een haak aan de plunjer neemt de V.1 mee en binnen één seconde verlaat de V.1 de lanceerbaan met een snelheid van 360 km/uur! Dan kan de V.1 op eigen kracht verder. Aanvankelijk worden de V.1’s in Noordwest Frankrijk gelanceerd vanuit lanceerbunkers. Al snel worden verplaatsbare lanceerbanen in gebruik genomen.

In de bossen van Salland worden in november 1944 23 lanceerbanen opgesteld, waarvan er 15 gebruikt zijn. Alle banen zijn gericht op Antwerpen en een V.1 legt in 25-30 minuten de 270 km af. Op 16 december ’44, de eerste dag van het Ardennenoffensief, wordt de eerste V.1 gelanceerd. In enkele banen komen zij over onze gemeente. Vele V.1’s storten vroegtijdig neer door technische mankementen, sabotage of luchtafweergeschut. Naar schatting zijn op het grondgebied van de huidige gemeente Heusden ongeveer 40 V.1’s neergestort.

Luisterend naar het pruttelgeluid en kijkend naar de vuurstraal van de V.1 voelt men zich veilig. Wanneer het geluid stopt of de vlam dooft, zoekt men zo snel mogelijk een afdoende schuilgelegenheid. Het projectiel stort dan ergens in de buurt neer. De angst voor het neerstorten zit er bij de bewoners maandenlang diep in. Er worden vaak schietgebedjes gebeden. In de bebouwde kom van Vlijmen zijn er met een oorverdovende klap vier neergestort: op 21 december 1944 op de Vlijmense Dijk met 14 slachtoffers, op 2 januari 1945 in het Akkerpad met 13 slachtoffers, op 4 februari 1945 in de Pastoriestraat zonder slachtoffers en op 4 maart 1945 in het Kwikkertsteegje aan De Akker met één slachtoffer. De reddingsoperaties worden uitgevoerd door de brandweer, ingekwartierde Canadese militairen en buurtbewoners. Bij de wrakken worden door hen de verminkte lichamen en kermende gewonden uitgegraven. Gewonden worden naar de E.H.B.O.-post gebracht of met legertrucks naar het ziekenhuis in ‘s-Hertogenbosch. Op het RK kerkhof vinden de noodbegrafenissen plaats.

Nieuw centrum

Wanneer na de bevrijding de verwoeste panden zijn opgeruimd, blijft er in het centrum een grote vlakte over met putten, kelders en puin. Onder architectuur van Jan Luijben start de wederopbouw. In de daaropvolgende jaren komt er een prachtig Plein, een winkelgalerij en nieuwe woningen aan De Akker en Akkerstraat.

Herdenkingsmonument op het RK kerkhof met in het midden op het verzamelgraf een beeld van een jongen, die een kruis of pilaar vasthoudt. Het opschrift luidt ‘Ons leven is veranderd, niet weg’. (Foto: Collectie Bart Beaard)

Herdenkingsmonument op het RK kerkhof met in het midden op het verzamelgraf een beeld van een jongen, die een kruis of pilaar vasthoudt. Het opschrift luidt ‘Ons leven is veranderd, niet weg’. (Foto: Collectie Bart Beaard)

Herdenkingsmonument

De realisering van een herdenkingsmonument is zeer moeizaam verlopen. Het eerste plan is een monument op een grondstuk vóór het toenmalige hotel-restaurant Het Zwarte Schaap, maar hoteleigenaar Jan Luijben wil daarop een terras aanleggen. Dit ontaardt in de zogenaamde ‘kwestie Luijben’ waaraan het hotel zijn naam te danken heeft. Pas in 1961 komt er op het RK kerkhof een herdenkingsmonument. Het wordt geplaatst op het verzamelgraf met 23 grafvelden, waarin 38 slachtoffers begraven liggen, waarvan 27 V.1-slachtoffers. Het monument is gemaakt door Haarsteegs beeldhouwer Therus van Bokhoven, naar een ontwerp van zijn zoon Wim. In 1970, wanneer 25 jaar bevrijding gevierd wordt, vindt burgemeester L. Schweitzer dat het tijd wordt dat Groot-Vlijmen een gemeentelijk herdenkingsmonument krijgt. Op 4 mei 1970 wordt het onthuld aan de Sint Catharinastraat. Een ontwerp van mevrouw Wilma Bruning-Hafmans uit Cuyk, geïnspireerd door het Bijbelverhaal van de Barmhartige Samaritaan.

In de sokkel werd een loden koker ingemetseld met een oorkonde en een lijst met daarop de namen van alle oorlogsslachtoffers van de gehele gemeente Vlijmen.