‘Mag jij nou dit jaar ook Sunneklaas mee vieren?’ Van verschillende kanten kreeg ik afgelopen week de nieuwsgierige vraag of ik er ook bij zou zijn op Ameland. Bij dat alternatieve Sinterklaasfeest waar vorig jaar zoveel om te doen was. En nu ik immers werk voor een project op Ameland: mag ik daar nu ook bij zijn? Ik was gewoon thuis. Sinterklaas aan het vieren. Ik hoor daar niet bij. En dat hoeft ook niet.

Ameland zou zich opmaken voor de ‘spannendste Sunneklaas ooit’. Ja, de media weten het mooi te brengen. Powned was blij dat ze dit jaar het ‘Sunneklaas-mysterie ontrafeld’ hebben. Schei toch uit jongens. Er is niets geheimzinnigs aan het feest. Amelanders vertelden me deze zomer al in geuren en kleuren hoe Sunneklaas in z’n werk gaat. Het hele jaar kijken ze ernaar uit en zijn ze druk bezig met de voorbereidingen. In elk van de vier dorpen wordt het anders gevierd. Maar de basis is hetzelfde: het is een spel. Met zijn eigen regels. En voor Amelanders.

En dát kunnen we op de een of andere manier niet hebben aan de wal. Op hoge poten kwam dezelfde cameraploeg vorig jaar verhaal halen. Maar er valt geen verhaal te halen. Het is hún verhaal. Niet het onze. En het moet daar blijven. Eerdere documentairemakers hebben allang verslag gedaan van het feest. Er is dus niets wat je niet mag weten. Waarom is er dan zoveel verzet? Heel simpel: omdat je er gewoon niet bij hoort te zijn.

En dat triggert ons. We mogen er niet bij zijn... Om de een of andere reden komt er dan iets los. Organiseer je iets voor een bepaalde doelgroep, dan kun je erop wachten dat er mensen zijn die zeggen: ‘Waarom mag ik daar niet bij zijn?’ ‘Er zijn genoeg andere activiteiten voor jou’ is dan altijd mijn antwoord. Dat maakt ons onzeker: wat gebeurt er daar dan? Als we er niet bij zijn, weten we dat niet. Rare gedachtenkronkel toch?

Vorig jaar vroeg ik Amelanders wat hen nu zo’n pijn deed aan alle ophef. Ze vertelden me: ‘Het hele jaar staan we voor iedereen klaar; deze twee dagen zijn voor ons. Waarom wordt ons dat niet gegund?’ Dat raakte me. Want ze staan het hele jaar klaar. En het toeristenseizoen duurt steeds langer. Ik gun ze deze twee dagen.

Maar als tegenargument wordt dan gebruikt dat er mogelijk vrouwonvriendelijke aspecten aan het feest zitten. Ik vind het altijd vreselijk als de morele kaart getrokken wordt als het even niet om jou draait, maar om anderen. Gek dat moreel handelen altijd over anderen gaat. Niemand is jou verantwoording schuldig.

Misschien kunnen we het gevoel van Amelanders beter begrijpen als we denken aan hoe ons eigen carnaval gekaapt is door mensen van buiten onze provincies. Ik hoor steeds meer mensen klagen over de massaliteit van het feest in de grote steden, en dat het alleen nog maar om ‘zuipen’ draait. Stel dat wij nu ook alleen maar boten hadden om over de grote rivieren te komen, zouden de hardcore-carnavalsvierders (ik ben er geen) dan ook niet graag de boten uit de vaart halen en zeggen: deze drie dagen even niet. En wat hier gebeurt, dat is aan ons. We zijn niet primitief, wij vieren op onze eigen manier.

Moeten we elkaar niet veel meer de ruimte laten om onze eigen gebruiken in ere te houden? Zonder verantwoording af te hoeven leggen aan de perspolitie? Dan krijg je nog wel eens de kans dat je er gewoon met mensen over kunt praten en vragen kunt stellen. Zonder jouw oordeel is de wereld al ingewikkeld genoeg. Dus vierden ze Sunneklaas op Ameland zonder mij. Ze zullen me niet gemist hebben. En zo hoort het.

Gastcolumnist Otto Grevink is als dominee op verschillende wijzen betrokken bij protestantse kerken in de regio Hart van Brabant. Hij is pionier bij Zin op School in Waalwijk en dirigent van Koor en Combo Laudate Dominum. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.