Al ooit eerder schreef ik het: Staat je moeder een paar dagen in de keuken om het kerstdiner voor te bereiden en drie kwartier later is alles op. Want ja zeg, heb je net de hele dag al je kerstcadeaus uitgeprobeerd, dan krijg je daar gewoon honger van, niet dan!? Dan interesseren je al die tierelantijnen, dat chique bestek en die fraai opgemaakte boter toch geen zak. Eten, dát wil je. En of die wijn nou gechambreerd of gedecanteerd was of niet maakte al helemaal geen zak uit; die kreeg je toch niet. Wat ik me vooral herinner is het enorm smerige gezicht dat mijn vader trok bij zijn eerste slokje. Hij dronk nooit en vond het ronduit smerig, gechambreerd of niet. Het eten was overigens wel aan hem besteed hoor, net als aan ons.

We zijn nooit met Kerstmis uit eten gegaan, nooit. Een oudoom (blind en doofstom) en oudtante van moeders kant waren vaak te gast. Of een van de vele broers van mijn vader die weer eens terug waren uit ‘de missie’, boordje en al om. Allemaal geweldige mensen overigens.

Maar naar een restaurant? Dat kwam niet eens in je op. In het dorp waar ik opgroeide, had je een Chinees, vijf cafetaria’s en een heel deftig restaurant. Dat laatste was vermoedelijk te duur. Maar ons moeder had er gewoon ook lol in om voor die hele ploeg te koken hè, en dat kon ze verdomde goed. De dag voor Kerstmis stond pa, in een eerder leven bakker, worstenbroodjes te maken. Het hele huis rook ernaar. Hoe lekker wil je het hebben? En nee hoor, die bakte hij niet alleen voor ons, ook de buren werden met zakken vol getrakteerd.

Wij hadden een groot gezin, negen kinderen. Of er nou een stuk of vijf meer of minder mee aan tafel schoven maakte niks uit, nóg gezelliger. Mijn oudste zus is zo ongeveer de enige die van dat sfeertje met Kerstmis iets heeft meegekregen. Maar ja, zij is niet meer onder ons. De anderen hebben het bij een of twee kinderen gelaten. En ik weet niet of u dat sfeertje ook een beetje mist, ik wel in ieder geval.

Maar gelukkig hebben we daar restaurants voor. Kerstdiners met een heleboel mensen om je heen die allemaal in een soort galatenue bij elkaar komen om samen Kerstmis te vieren. Bij de een doe ik dan of het die doofstomme oudoom is, bij de ander of het mijn broer of zusje is. Keuze te over en veel verschil met toen is er niet. Groot voordeel: Je hoeft zelf niet te koken. Goed, je zingt samen geen kerstliedjes, maar als dat nou alles is. Zou me trouwens wel een leuk idee lijken, een restaurant waar je voor het hoofdgerecht ook ‘de herdertjes lagen bij nachte’ zingt en voor de soep ‘er is een kinneke geboren op aard’. Voor het toetje heb ik iets speciaals bedacht: Jingle Bells. Oh what fun it is to ride in a one horse open sleigh. Om dan in je taxi te stappen met een knol ervoor. Bij het restaurant dat zich daarvoor gaat lenen, boek ik voor drie personen.

Zo af en toe kom ik op een feestje en daar valt wel eens een stilte. Ik kijk dan rond of ik een boek kan vinden en begin op een willekeurige bladzijde een stuk voor te lezen. In no time is iedereen daarmee bezig, heeft het erover. Ik maak me sterk als dat met die kerstliedjes ook niet zo is. Overigens lever ik de teksten van die liedjes ook met plezier aan, want weinigen zullen ze nog kennen. Zin in wat saamhorigheid?

evr