Wanneer iemand tot priester gewijd werd was het vroeger groot feest voor de familie en het dorp. De harmonie, het gilde en de rest van het dorp liepen uit voor hun dorpsgenoot. Boerenzoon Tiny Muskens (1935-2013) uit Elshout groeide in de katholieke kerk uit tot een fenomeen met als bekroning zijn benoeming tot bisschop in 1994.

Kapelletje

Hij werd geboren op 11 december 1935 in een gezin met vier jongens. Als jongen klom hij graag over het hek van het erf van zijn vader. De polder in, soms met vriendjes maar vaak alleen. Urenlang kon hij zich vermaken in de natuur. Op de akkers ten zuidwesten van het dorp Elshout had honderden jaren vóór hem een boer het land ingezaaid. Een onbekende vrouw kwam langs op die warme dag en bood de boer water aan, zo maar uit de sloot. Het was helder en schoon water. De boer nam het water aan en plots was de vrouw verdwenen. Dat moest Maria geweest zijn. Hij beloofde, als het tijd was om te oogsten, een kapelletje voor Haar te bouwen. Maar zie, reeds de volgende dag was het vlas opgekomen en kon de boer meteen met oogsten beginnen. Vanaf toen had het dorp Elshout zijn eigen Wonderbare Moeder. En nog altijd komen er duizenden mensen naar het geboortedorp om even stil te staan bij het wonder.

Schoolfoto Tiny Muskens.

Schoolfoto Tiny Muskens.

Worstenbroodjes

In zijn jeugd waren er geen gescheiden werelden. De natuur, het dorp, de boerderij, de school en de kerk vloeiden samen tot één geheel. Als kind wist hij dat zijn zwijgzame vader op woensdag naar de Bossche Veemarkt ging om koeien te kopen en te verkopen. Heel soms mocht hij mee en verbaasde zich dan over dat merkwaardige handjeklap als er een koe gekocht of verkocht moest worden. Tiny herinnert zich de gezellige kersttijd. Vader die met het gezin de kerststal bouwde. Er werden kerstliederen gezongen bij de vlammen van de haard terwijl vader de zingende kinderen begeleidde op zijn trompet. In de kerstnacht stond het hele gezin om 03.15 uur op. Met de slaap nog in de ogen, huiverend van de kou, liepen ze naar de kerk. Eenmaal thuis aten ze in de goeie kamer en kregen ze worstenbroodjes van bakker Dorus.

Het was oorlog

Tiny staat stil bij zijn prille jeugd. "Toen ik zeven jaar was, kreeg ik last van mijn knie: een flinke ontsteking. In het ziekenhuis werd ik geopereerd en moest daarna een half jaar herstellen, in huis. Dus niet naar school. Meester Peeters kwam regelmatig bijles geven. Van moeder kreeg hij dan een glas melk. Hij was daar blij mee, iets wat ik niet goed begreep want die grote meester die alles kon en alles wist, kreeg thuis geen melk? Tja, later begreep ik dat het oorlog was en dat melk kostbaar was. In dat half jaar thuis-onderwijs, werd de band met mijn moeder heel stevig. Moeder ging trouw iedere dag naar de kerk (net als alle anderen van ons gezin) waar ze de Heilige Communie ontving. Wist je dat vroeger de mensen maar een paar keer per jaar te communie gingen? Begin 1900 voerde Paus Pius X niet alleen de kindercommunie in maar ook de veelvuldige communie. Af en toe gunde ons moeder zich een uitje naar Den Bosch waar ze alleen inkopen deed bij katholieke zaken zoals C&A en Vroom & Dreesman."

Het boek ‘Wees niet bang’ mogen we van de schrijver Arjan Broers als inspiratiebron voor deze rubriek gebruiken.