Door Bert Meijs
Pieter Botermans is in dienst gegaan bij het 5e Regiment Artillerie te Voet. Zijn broer Johannes gaat ook in het leger bij 2e Regiment Lanciers van de Garde.
Verdere gegevens van Pieter zijn na 1811 niet teruggevonden. Wel heeft hij eerder een soortgelijk contract afgesloten, zoals blijkt uit onderstaande:
Pieter Adriaan van Buuren, secretaris op het gemeentehuis te Eethen en daar wonend, en Pieter Botermans, broodbakkersknecht wonende in Besoijen komen voor notaris Vermeulen te Waalwijk het volgende overeen:
Adriaan is geboren in het jaar 1788 en hij behoort tot degenen waarvoor de loting in maart gaat plaatsvinden. Hij heeft als plaatsvervanger daarvoor gekocht Pieter Botermans. Deze zal voor hem in dienst treden in het Franse leger als zijn plaatsvervanger en onder andere deze dienst niet verlaten of deserteren. Adriaan belooft twee jaar na de loting aan Pieter te betalen een bedrag van 1.000 gulden, met daarboven een rente van 5% vanaf de dag van de loting. Indien Adriaan binnen de genoemde twee jaren niet in dienst moet treden dan zal hij het genoemde bedrag van 1.000 gulden en de rente niet verschuldigd zijn. Hij zal dan als Pieter gedurende die twee jaar zijn beloften nakomt, een bedrag van 100 gulden verschuldigd zijn, met een rente van 5% vanaf de dag van de loting. Waalwijk 1 maart 1811.
Waarschijnlijk is Van Buuren niet ingeloot en heeft Pieter een tweede overeenkomst (zie hiervoor) als plaatsvervanger aangegaan.
Anthonie Vermeer
Anthonie Vermeer, meerderjarige jongeman, geboren en wonende te Heusden komt met Arnoldus Laarhoven, winkelier te Heusden het volgende voor de schepenen van Oudheusden met elkaar het volgende overeen. Anthonie zal de zoon van Arnoldus genaamd Cornelis Jacobus Laarhoven, geboren 26 oktober 1788 te Heusden remplaceren als hij voor militaire dienst wordt opgeroepen, waardoor de zoon als hij in dienst moet of als reserve wordt aangewezen daarvoor geheel vrijgesteld zal worden. Arnoldus zal Anthonie Vermeer voor het remplaceren bij het tekenen van het contract een bedrag betalen van 25 gulden of 50 franken en 25 centimes. Op de dag van de loting 125 gulden of 350 franken en 75 centimes. Als zijn zoon in reserve geplaatst wordt, iedere week 2 gulden of 4 franken en 6 centimes gedurende twee jaar, de tijd dat hij opgeroepen kan worden. Als hij in actieve dienst wordt opgeroepen een bedrag van 400 gulden of 812 franken op intrest tegen 4% per jaar, waarop de 2 gulden die wekelijks uitgekeerd worden, gekort zullen worden, De betaling van de 2 gulden zal aan Anthonie gedaan worden. Als hij in actieve dienst moet aan zijn vader Adrianus Vermeer, die eveneens bij overlijden van Anthonie het restant van de 400 gulden zal ontvangen met de daarover verschuldigde rente. Oudheusden, 16 maart 1811
Anthonie Vermeer kwam in dienst bij Napoleon bij de 76e Cohorte onder stamboeknummer 1006. Het legeronderdeel de 76e Cohorte werd in januari 1813 ingedeeld bij het 146e linie-infanterieregiment. Dat was echter pas na de mislukte veldtocht van Napoleon naar Rusland. De soldaten die ingedeeld werden bij dit legeronderdeel hebben meer dan waarschijnlijk die veldtocht dan ook niet meegemaakt. Wel heeft dit regiment in 1813 deelgenomen aan de veldtocht naar Duitsland (Slag bij Leipzig of Volkerenslag in oktober 1813).
De slag bij Leipzig
Karel Blomme, een 24-jarige medicijnenstudent, uit het Belgische dorpje Nevele beschrijft zijn ervaringen tijdens de slag bij Leipzig in zijn dagboek. De Slag bij Leipzig geldt als de grootste veldslag uit de Europese geschiedenis vóór de Eerste Wereldoorlog. Vier dagen lang, van 16 tot en met 19 oktober 1813, vechten meer dan een half miljoen militairen op een slagveld van 11 bij 14 kilometer. 195.000 Fransen en hun bondgenoten staan tegenover 365.000 geallieerden met vele tienduizenden paarden en 2.200 kanonnen. Onder hen waren ook Nederlanders die – als Napoleons onderdanen – aan Franse zijde streden. Uiteindelijk delft Napoleons Grande Armée het onderspit tegen de legers van Rusland, Oostenrijk, Pruisen en Zweden. Het aantal gesneuvelden bedroeg ca. 100.000.
Karel Blomme werkt als dienstplichtige in een veldhospitaal om er de vele gewonde militairen te behandelen. Hij noteert in zijn dagboek: ‘Ziekenhuizen, huizen en straten waren bedekt met jammerende gewonden die het uitschreeuwden. De mannen hadden niets te eten en vergingen van de ellende. Het verschrikkelijke oorlogslawaai klonk tot diep in de nacht.' De legerartsen werden in die tijd gezien als beenhouwers. Ze konden in drie minuten een been amputeren, wat overigens niet wil zeggen dat de patiënt het overleefde. Verdoving? Een slok alcohol voor de officieren en een houtje om op te bijten voor de gewone soldaten.
De slag bij Leipzig is van grote historische betekenis, omdat hiermee het einde werd ingeluid van Napoleons continentale heerschappij. Ook het vertrek van de Fransen uit Nederland in november 1813 en de vestiging van de Oranjemonarchie zijn hierop terug te voeren
Antony Vermeer trouwt op 2 januari 1812 in Heusden met Anne Cicilia Elizabeth Pidoux, geboren in 1786 uit Breda, zij woont dan in Heusden. Verdere gegevens over het echtpaar zijn niet teruggevonden.
Jan Schalks
Jan Cornelis Schalks is een gehuwde arbeider, oud 38 jaar en geboren in Moergestel en hij woont in Vught. Hendrik Joost van der Sterren is landbouwer, geboren en wonend in Nieuwkuijk. Schalks behoort tot de Landmilitie en heeft lotnummer 1571, hij wil als plaatsvervanger in militaire dient voor van der Sterren die het lotnummer 490 heeft. Van der Sterren geeft aan Schalks een handgeld van 100 gulden bij het uitmarcheren en daarnaast een bedrag (hoofdsom) van 300 gulden, De hoofdsom wordt uitbetaald twee jaar en zes maanden na aanvang van zijn militaire dienst, tenzij eerder ontslag uit dienst. Het bedrag wordt dan 3 maanden na het ontslag uitbetaald aan Schalks of als hij niet aanwezig is aan zijn vrouw Elisabeth van Hal, en als ze overleden is aan hun kind met een intrest van 5% per jaar. Mocht de oproeping niet doorgaan dan komen het handgeld en de hoofdsom te vervallen. Verder blijft Schalks bij het niet oproepen in reserve om alsnog opgeroepen te kunnen worden. Als vergoeding hiervoor krijgt Schalks dan 2 gulden kostgeld per week. Als borg voor de overeengekomen afspraken treden op Jan van Engelen, radenmaker wonend te Vught en Robbert van der Sterren (broer van), landbouwer te Nieuwkuijk.
Op 25 oktober 1816 verklaart genoemde Schalks dat hij heeft gediend als remplacant bij het 16e bataljon landmilitie en dat hij het toegezegde bedrag heeft ontvangen.
Een koopje
Henricus van den Merendonk woont te Boxtel, is een zoon van Willem van den Merendonk, smid te Boxtel. Hij is ingeloot voor de Nationale Militie onder lotnummer 22. Antony van den Brand (een broer van Herman van den Brand, soldaat onder Napoleon. Herman overleefde de oorlog in Rusland en werd later burgemeester van Nieuwkuijk) is arbeider, oud 26 jaar en hij woont in Nieuwkuijk. Antony is een zoon van de overleden Jan van den Brand en Anna Maria van den Endenpoel. Volgens een beschrijving van de militieraad van 26 april 1826 die aan de akte is toegevoegd heeft Antony een lengte van 1,69 mtr en hij heeft bruin haar, bruine wenkbrauwen, grijze ogen, een gewone neus, een kleine mond, een ronde kin en een bruine baard. Hij zal de dienstplicht van Henricus over nemen. Hij krijgt bij in diensttreding daarvoor 25 gulden. Vergeleken met andere vervangende diensten is dit wel een erg lage vergoeding. Verdere gegevens over Anthony zijn niet meer gevonden.