Buiten bij de supermarkt stond een man een deuntje te fluiten. Ik hoefde alleen maar een pak yoghurt te halen en nadat ik bij de zelfscan de yoghurt had gescand, liep ik naar de uitgang. Op het moment dat de schuifdeuren open gingen, hoorde ik de man nog steeds fluiten. Het was hetzelfde deuntje, als toen ik naar binnen ging. Normaal zou ik daar niet zoveel aandacht aan schenken, maar omdat ik in het verleden een fluitende buurman heb gehad, viel mij dat meteen op.

Mijn vorige buurman ging ook altijd fluitend naar zijn werk en kwam ‘s avonds ook weer fluitend thuis. Helaas was zijn 'fluitrepertoire' niet zo uitgebreid. In het begin herkende ik het steeds weer terugkerende melodietje niet, maar na enig zoekwerk, bleek het deuntje van Herman van Veen te zijn. Misschien ken je het wel, de titel is 'Hilversum III, bestond nog niet'. De eerste regel van de tekst gaat als volgt ; 'Vroeger werd gezongen en gefloten in de straat'

Als ik dat lied hoor, moet ik aan hem denken. Omdat mijn vorige buurman altijd het eerste couplet van dat lied floot.

In het begin stoorde ik mij niet zo aan dat gefluit. Maar als het dan weer eens een keer mooi weer was en hij tijdens het werken in zijn tuin weer hetzelfde deuntje begon te fluiten. Ik vond dat soms toch wel hinderlijk, vooral als ik net in mijn luie stoel een mooi boek lag te lezen. Misschien is dat niet zo, maar ik ga er wel van uit dat hij binnen ook altijd hetzelfde deuntje floot. Ik heb mij wel eens afgevraagd hoe zijn vrouw daar al die jaren mee om is gegaan.

Vooral toen hij vertelde dat hij binnenkort met pensioen zou gaan, kreeg ik toch wel medelijden met zijn vrouw. De vraag kwam toen bij mij op of ze er nooit iets van gezegd heeft of geprobeerd heeft om hem van het fluiten af te krijgen. Pas later hoorde ik dat zijn vrouw om dat gefluit niet de hele dag aan te horen, een parkiet had gekocht. Maar helaas, omdat de parkiet altijd hetzelfde deuntje hoorde fluiten, duurde het niet lang of hij begon dat deuntje ook te fluiten.

Gelukkig heeft zijn vrouw hem toen overgehaald om vrijwilligerswerk te gaan doen bij een voetbalclub, omdat hij dan weer wat om handen had.

Uiteindelijk zijn ze verhuisd naar een appartement, ze wilden graag gelijkvloers gaan wonen. Ik kan mij nog goed herinneren dat hij al fluitend de eetkamerstoelen in de verhuiswagen laadde. Als ik het lied 'Hilversum III' van Herman van Veen weer eens op de radio hoor, dan schakel ik meestal over naar een andere radiostation.

Jules Faber