Omstreeks 2005 ging het eigendom van Abdij Mariënkroon, een abdij van de Orde der Cisterciënzers, over naar de religieuze Focolarebeweging. De beweging was voornemens om het complex te restaureren en te herinrichten om er hun landelijk centrum te vestigen. Ter voorbereiding kreeg Archeologisch Bureau DILAN in 2007 opdracht voor een verkennend onderzoek op het buitenterrein.
Door Bart Beaard
Dit onderzoek omvatte een bureau- en een veldonderzoek met 17 boringen op negen deelgebieden. Er werd geconstateerd dat zich in vier deelgebieden behoudenswaardige archeologische resten bevonden. Er volgde het advies om op deze deelgebieden vervolgonderzoek uit te voeren door het graven van proefsleuven. Het vervolgonderzoek werd in 2007 uitgevoerd door ADC ArcheoProjecten. Bij het veldteam werden enkele leden van AW (Archeologisch Werkgroep Onsenoort) betrokken. Zij verleenden assistentie bij het graven, het visueel controleren en het detecteren van het slib met de metaaldetector. Er werd veel gevonden, vooral aardewerk, metaal en glas, afkomstig uit de ‘Late en Vroege Middeleeuwen’. De vondsten werden in rekken in de refterkelder opgeslagen.
Wet van Malta
Inmiddels was er met Antoon van der Burgt†, projectleider Focolare, en de AW-leden: John Schellekens, Gerard Pelders, Tonnie Schel en Henk de Wit† een projectgroep gestart. De projectgroep had de wens verder te zoeken en de kasteelgracht of Oude Vlijmensche Wetering op te schonen. Het plan werd ook door abt Hopstaken gesteund. Hij vertelde dat in de oorlogsjaren de zonnewijzer van de kasteeltoren en enkele vaten met bronzen kandelaars in de gracht gegooid waren. Voor verdere opgravingen was toestemming noodzakelijk van de Provinciaal Archeoloog Martin Meffert en Ronald van Genabeek, de Bossche stadsarcheoloog, die ook voor gemeente Heusden werkte. Door de Wet van Malta mochten amateurarcheologen niet zelfstandig meer graven en vondsten moesten ‘ín situ’ blijven. De toestemming kwam er met enkele afspraken: de opgravingen moesten door AW-leden worden uitgevoerd, de vondsten werden eigendom van Focolare of eventuele volgende complexeigenaren. Ook moesten de vondsten op het complex worden opgeslagen. De vondsten uit IJzertijd moesten worden aangemeld bij Godfried Scheijvens, Provinciaal Meldpunt Archeologische Bodemvondsten.
Graafmachine
Het zoeken in de gracht gebeurde aanvankelijk handmatig met verlengde gereedschappen vanaf het talud, daarna met een graafmachine en vervolgens vanaf een steiger in de gracht. Er werd steeds meer gevonden en duikers van de Bossche duikverenging Gloria Maris begonnen vanuit een rubberboot te zoeken in het 6-8 meter diepe water. Zij werden wel geconfronteerd met een anderhalve meter dikke sliblaag waardoor verder zoeken te gevaarlijk was. Eind 2008 werd een oplossing gevonden met een graafmachine met een giek van 18 meter, die 700 m3 slib uit de gracht trok om dit in een depot op te slaan. De kosten werden voornamelijk door Bouwbedrijf BAM gedragen, de werkgever van één van de AW-leden. Vanuit het depot werden wekelijks twee tot zeefinstallatie omgebouwde containers met slib gevuld en die slib werd met water uit een brandweerspuit door de zeef gespoten. De hoeveelheid en variëteit aan vondsten was indrukwekkend: heel veel bouwmaterialen, koper en bronzen voorwerpen, aardewerk, radio’s, baardmanstukken, glazen, wijnflessen, aardewerk met slibversiering, zalfpotten, heiligenbeelden, papkommen, wijwaterbakjes, stenen kruiken, rouwservies etc..
Plekhoek
In de abdijrefter stonden inmiddels lange tafels met daarop de vondsten, die schoongemaakt werden en gesorteerd. Enkele dames vormden een groep die op schervenavonden scherven bij elkaar zochten om complete aardewerk producten te kunnen samenstellen. In de archeologie heet dat puzzelen. Maar eind 2009 ontstond er een probleem met de ruimte. Focolare ging de refter verbouwen en de AW moest met haar vondsten naar elders. Vanuit de abdij werd een oplossing gevonden door het beschikbaar stellen van een gedeelte van de oude abdijgarage. Met grote spoed werd de nieuwe ruimte geschikt gemaakt voor opslag van de vondsten, voor de scherventafels en voor de restauratieruimte. Voor de naam van de ruimte werd een prijsvraag gehouden en de naam werd ‘Plekhoek’. Begin 2010 werd de ruimte door abt Hopstaken officieel geopend. Op donderdagavond en zaterdagmiddag waren de vaste bijeenkomsten van de vrijwilligers.
Restauratie
Wanneer door het puzzelen en samenstellen van de scherven omstreeks 75% van een aardewerk voorwerp compleet was, werd het gerestaureerd. Dit betekende plakken en lijmen en de openingen van het aardewerk met gips aanhelen. Daarna werd het schilderwerk gerestaureerd. Wat klaar was werd geregistreerd, genummerd, gefotografeerd en gedocumenteerd volgens het Deventer systeem.
Exposities
In de heemkamer in de kasteeltoren werd in 2008 in combinatie met andere expositiethema’s een permanente expositie over de grachtvondsten ingericht. Over het project werden in de kelder van de kasteeltoren veel lezingen gehouden in combinatie met wandelingen over het abdijterrein.
Diefstal
In de nacht van 29 op 30 maart 2012 hadden inbrekers hun slag geslagen met de diefstal van alle bronzen voorwerpen, waaronder een vergulde tienarmige kandelaar als pronkstuk. Ook werden vitrines met gerestaureerd aardewerk opengebroken en leeggehaald. Het restauratie gereedschap werd eveneens gestolen. De verzekering heeft de heemkundekring weliswaar goed behandeld, maar wel was een groot gedeelte van de collectie verloren gegaan.
Het einde
In de periode 2008-2016 bestond de AW-groep uit een 20-tal actieve leden. Omdat er niet meer in de gracht gezocht werd, verminderde het aantal leden geleidelijk. Na enkele jaren was ook het puzzelen met de scherven en het restaureren voltooid. Wel werd nog enige tijd gewerkt aan de vondsten van de opgraving ‘Komwiel’. Ook verminderde de sterkte van de groep omdat archeologische opgravingen en onderzoeken het werk werd van geautoriseerde archeologische bureaus als BAAC, Vestigia en ArcheoPro. In onze gemeente zijn er ook nog maar enkelen die actief met een metaaldetector zoeken.
De grachtvondsten
Daar in de afgelopen jaren én Focolare én HKK Onsenoort nog maar weinig affiniteit hadden met archeologie en met de grachtvondsten is het met de collectie slecht gesteld. Een groot gedeelte van de collectie is geruimd. Het resterende gedeelte is op meerdere plaatsen terecht gekomen. Een mooie herinnering blijft de film die over het project gemaakt is met de toepasselijke naam 'Modderkruipers'. De film is in te zien op: https://youtu.be/9PKvuScQRDw?feature=shared.