Veteranen zijn alle (oud-)militairen met de Nederlandse nationaliteit die het Koninkrijk dienden in oorlogsomstandigheden. Of daarmee overeenkomende situaties, zoals vredesmissies in internationaal verband. Veteraan Henk van Manen (1960) woont met zijn echtgenote Karin in Drunen. Samen kregen ze twee zoons en inmiddels zijn ze de grootouders van drie kleinkinderen. Henk was beroepsmilitair en zwaaide een jaar of wat geleden af in de Officiersrang Eerste Luitenant. Maar liefst vier keer werd hij door Defensie op missie gestuurd: Srebrenica (1994), Kosovo (1999), Ethiopië-Eritrea (2000) en Afghanistan (2007).
Door Henk Poelakker
Koninklijke Militaire School
In 1979 kwam Henk bij het leger en dat na het lezen van een advertentie in de NCRV-gids. Hij volgde in Weert de Koninklijke Militaire School en kwam uiteindelijk terecht bij de Genietroepen. Henk: “Onderdeel van mijn opleiding was een stage van tien weken bij aannemer Vissers Wegenbouw in Drunen die net bezig was met de aanleg van wegen, riolering enz. in de wijk waar ik nu woon. Het toeval wil dat ik meegewerkt heb aan de infrastructuur van mijn huidige woonstek. We woonden tijdens deze opleiding nog in Oosterhout. Van de vier genoemde uitzendingen was Srebrenica in Bosnië voor mij de gevaarlijkste. Ik kreeg daar een heel naar ongeluk met een bulldozer. Dat soort machines kan een leger inzetten om bijvoorbeeld hindernissen aan te leggen, stukken grond vlak te maken en wegen aan te leggen. Met bulldozer en al ben ik in een diep ravijn gedonderd. Zwaar gewond ben ik afgevoerd en uiteindelijk als een wrak teruggekeerd naar het militair ziekenhuis in Utrecht. Heb ik toen angst gevoeld?” Een heel nuchter antwoord: “Het zal mijn tijd nog wel niet geweest zijn. Het heeft maanden geduurd voor ik weer enigszins op de been was. Heb letterlijk weer lopen moeten leren. Voor dit soort verwondingen kent Defensie een heuse onderscheiding. het Draag Insigne Gewonden, maar het heeft me pijn gedaan dat ik deze onderscheiding niet heb gekregen. Defensie redeneert: dit was een ongeluk en niet het gevolg van een oorlogshandeling. Wel kreeg ik van mijn leidinggevende in het ziekenhuis een heel persoonlijke waardering in de vorm van twee vleugels met daarin verwerkt een bulldozer. Op de foto heb ik dat zeer gewaardeerde cadeau in de hand.”
De 'wing' compleet met bulldozer.
Gevaarlijk
Henk ontpopt zich als een beeldende verteller. De oorlogssituaties waarin hij heeft verkeerd, hebben hem directer gemaakt. Ruimte voor de nuance is in gevaarlijke omstandigheden niet bepaald handig. Actie en doortastend zijn, is wat je leert. “De uitzending naar Afghanistan is voor mij, als militair, de Champions League. Zo ontzettend gevaarlijk. En wat hebben we daar als Nederland mooie dingen kunnen opstarten en zelfs weten te realiseren. Zo jammer, spijtig en verdrietig dat een half jaar na onze terugtrekking, het land weer eeuwen terug is gevallen. We hebben daar jongens verloren en achteraf vraag ook ik me wel eens af: waarvoor zijn zij gestorven?”
Wat betekent vrijheid voor jou?
“Oorlog is iets vreselijks. Ik kan en wil al die beelden die dagelijks tot ons komen niet meer zien. Dat mensen in een land als Afghanistan monddood gemaakt worden, raakt me diep. Het is een voorbeeld van on-vrijheid. Het lijkt allemaal zo gewoon dat we in een land wonen waar je mag zeggen wat je denkt. Maar die vrijheid is niet vanzelfsprekend. Het is fantastisch dat je hier mag zijn wie je bent. Dat je de ander accepteert zoals hij is. Prachtig. Vrijheid betekent voor mij ook het mogen maken van eigen keuzes.”
Met een soortgelijke bulldozer kreeg Henk een zeer zwaar ongeluk.
Hoe overleef je vier missies?
“Vier keer ben ik namens Defensie op pad gestuurd en al die keren heb ik me voor 100% ingezet. Maar wat laat je in Drunen achter? Je vrouw en kinderen die je zo dierbaar zijn. Tegen Karin heb ik gezegd: als ik niet levend terugkom, maak er dan een mooi afscheid van en ga daarna vooral door met leven. Als er iemand een lintje verdient, is zij het want ik geef het je te doen om iedere keer afscheid te moeten nemen, steeds maar weer maanden achtereen in je uppie allerlei beslissingen te moeten nemen. Zij hield hier de boel draaiend en dat geweldige thuisfront was er weer toen ik terugkeerde in Drunen. Voor mij was vrijheid toen ook: het hoofd leeg maken op de motor. Zo heerlijk. Een geweldig fijne uitlaatklep. Vergeet niet dat je op missie 24/7 stand-by bent met een hoofd vol adrenaline. Altijd op je hoede, altijd over je schouder kijken, beducht voor een aanval of een bermbom. Met de motor ben ik zeker wel acht keer naar Lourdes gereden. Niet zo zeer vanuit gelovige overtuiging maar vooral omdat die bedevaartsplaats eens per jaar duizenden militairen verwelkomt. Een mooi moment voor bezinning vond ik dat.”